Reisverslagen

Vanmorgen zijn we om 9 uur begonnen met de stadswandeling. Na een uurtje geschiedenis zijn we door onze gidsen opgehaald. Een gedeelte van de groep ging de El Yungue beklimmen en een ander deel ging naar een cacao plantage, wat strandjes en een boottochtje over de Rio Yumuri. Ik zat bij de 2e groep. De hielspoor speelt weer op en het is een pittige klim, daarnaast heb ik geen wandelschoenen bij me en op m’n Nike’s durfde ik het niet aan. Om 10 uur vertrokken we bij een ander hotel in een oude Ford uit 1946, hebben we dat alvast gedaan ;) Met z’n achten achterin, een gids en de chauffeur. De gids heeft een Franse achtergrond (zijn opa is naar Cuba geëmigreerd in de jaren 20), heeft Engels gestudeerd en is eigenlijk leraar Engels. Daar verdiende hij niet veel mee (10 CUC per maand) en is zodra hij de kans kreeg over gestapt naar het toerisme, daar is veel meer in te verdienen.

Na een ritje van ongeveer 20 minuten komen we aan bij de cacao plantage. We worden welkom geheten door een lieve oude dame en haar man. De gids legt het een en ander uit over een vrucht die daar veel voorkomt en die veel gebruikt wordt om te verven, maar ook om in eten te verwerken. De pitten van de vrucht hebben een extreem rode kleur en daar deze te mengen met water wordt het roze, wordt het met olie gemengd wordt het oranje. Hoe meer er gebruikt wordt hoe feller de kleur. Na deze uitleg worden we naar de achterkant van het huisje geleid waar we de dochter, Liesbeth,  van de familie leren kennen. Zij heeft nu de leiding en woont samen met haar ouders en kindje (geen flauw idee of het een jongen of meisje is) in het kleine huisje. Op een ander stuk van het land wonen haar oom en tante, oma en een neefje en nichtje. Het is een echt familie bedrijf. De gids legt het hele proces uit van boon tot chocola (gelukkig een stuk sneller als op Hawaii) en ondertussen maakt Liesbeth warme chocolade drank klaar. De 100% pure chocola wordt geraspt en vervolgens met water of melk gemengd waarna de drank ontstaat. We krijgen allemaal een klein bamboe bekertje met een beetje drank en kunnen dat eventueel mengen met koffie. De drank heeft een sterke cacao smaak en is een beetje bitter, maar ja wat wil je met 100% pure chocola. Er is ook uitgelegd hoe cacaoboter, cacao olie, cacao likeur en witte chocola ontstaat en hoe ze dit allemaal ambachtelijk (want zo kan je het wel noemen) gemaakt wordt. Na een klein uurtje weten we allemaal nog meer over chocola en kunnen we wat in het “winkeltje” kopen. Iedereen neemt wel iets mee en omdat we nog een hele dag te gaan hebben laten we onze aankopen bij de familie achter en halen we deze aan het einde van de middag op.

Terug bij de auto krijgen we de keuze om of naar het strand te gaan, daar te lunchen en zwemmen en dan door te gaan naar de rivier of we pikken onze lunch op en gaan gelijk naar de rivier. We waren er al vrij snel uit dat het optie 1 moest worden en daar hebben we geen spijt van gehad. We hebben een kleine 2 uur aan het strand door gebracht en hebben heerlijk gegeten en gezwommen. Op naar de rivier.

We rijden met de auto verder tot de monding van de rivier. Hier wonen mensen in hele kleine huisjes die heel zwaar zijn getroffen door de orkaan van afgelopen oktober. De meeste huizen zijn provisorisch hersteld met hulp van de regering. Ze hebben golfplaten beschikbaar gesteld zodat de mensen de daken weer konden repareren. Hier worden dezelfde golfplaten voor gebruikt die in Nederland zijn verboden omdat ze vol zitten met asbest. Tijdens onze reis, hoe kort die ook nog maar duurt, hebben we in alle hotels de zeepjes, flesjes shampoo, enz. meegenomen. Deze hebben we aan Oscar (de gids) gegeven met de vraag of hij er voor wilde zorgen dat het bij de juiste mensen terecht komt. Overal kom je hier mensen tegen die bedelen voor dit soort dingen maar vragen of t-shirts en schoenen. Je moet nee verkopen, maar als je ziet hoe groot de armoede hier is is het vaak moeilijk om heel hard nee te verkopen. Op deze manier hebben we toch nog wat mensen blij kunnen maken en komt het terecht bij mensen waar de lokale bevolking van weet dat ze het hard nodig hebben. De glimlach van de mensen zei meer als genoeg.

Na de korte wandeltocht komen we aan bij de roeibootjes en worden we in een kleine 10 minuten stroomopwaarts gebracht. De rivier staat momenteel erg laag en ligt in een national reserve. Het is dus beschermd land en de locals behandelen het ook zo. De rivier is ook de afscheiding tussen 2 provincies en dit wordt strikt in de gaten gehouden. Op het eiland staan 2 dames wat spullen te verkopen, Oscar noemt het kunst, zoals kettingen, armbandjes en mysterie boxen. Not my kind of stuff dus ik laat het lekker voor wat het is. We nemen nog een duik in de rivier en even later komt er iemand langs die speciaal voor ons een boom in is geklommen om kokosnoten te plukken. Hij hakt de noten open en we krijgen allemaal een kokosnoot met rietje om op te drinken. De noten zijn nog niet helemaal rijp dus het is allemaal een beetje zurig, wel lekker, maar niet de smaak die je zou verwachten.

We worden met de bootjes terug gebracht, stappen weer in de auto en halen bij Liesbeth onze aankopen op. Deze lagen en nog keurig op ons te wachten en papa en mama maken er een klein feestje van. Het enige dat we nog wilden doen is een groepsfoto met de oude Ford en die hebben we daar gelijk gemaakt. Mooie omgeving om die foto te maken. Tuurlijk geen foto zonder Oscar erbij ;)

Op de terugweg naar het hotel hebben we (te) veel lol zitten trappen en werden alle mannen die we tegen kwamen aangemoedigd of na gefloten, we leken we een stel bouwvakkers. Het werd allemaal met een grote lach ontvangen en de chauffeur en gids lagen in een deuk.

Eenmaal terug bij het hotel zijn we snel met een kleiner groepje naar de boulevard gelopen. Het begon al donker te worden en wij wilden graag nog de verwoesting van de orkaan vastleggen. Bij het gebouw zaten een paar ongure personen die begonnen te zeuren dat wij als Nederlanders wel eens wat geld mogen steken in de wederopbouw van hun stad. We hebben ze genegeerd, maar zijn wel door gelopen terug naar het centrum van de stad. Het hele stuk in die buurt is kapot en bijna onherstelbaar. Er wordt wel weer nieuw gebouwd, maar dat gaat op zijn Cubaans, manjana, manjana, manjana.

Net als gisteravond weer gegeten in een parador en toen op naar de salsaclubs. Ik hou helemaal niet van dansen en ben dan ook na een kwartiertje terug gegaan naar het hotel. Al met al een supergezellige dag met heel veel lol. Daar gaan er de komen 2,5 week zeker nog veel van volgen.

Vanmorgen moesten we zorgen dat onze bagage om half 9 voor de deur van onze kamer stond zodat de bell boys alles naar beneden konden brengen. Er zijn hier alleen maar trappen en het is een behoorlijk eind slepen vanaf de kamer naar de lobby. Om 8:45 verzamelen we in de lobby, wordt onze bagage in een vrachtwagen geladen (onze bus kan de hol naar het hotel niet op omdat deze te stijl is) en lopen we op ons gemak naar de bus. Voor onze bus staat nog een bus van transtur geparkeerd en precies tussen de 2 bussen in een fietstaxi. Hij past er ook echt maar net tussen.

We stappen allemaal in en een politieagent is zo aardig om het verkeer even stil te zetten zodat wij kunnen keren. Het zijn hier allemaal smalle straatjes en veel is ook nog een open gebroken. We rijden langs zee naar een plek waar het vrachtwagentje van het hotel ons op staat te wachten om de bagage over te laden. Jorge (onze chauffeur) weet ondertussen precies welke tassen er zijn en als er dan eentje mist die hij net nog heeft zien staan raakt hij een klein beetje in paniek. Gelukkig was het een handbagage koffertje dat altijd in de bus is, dus dat konden we snel oplossen.

Rond 9:15 rijden we Baracoa uit richting Guantánamo Bay. Eerst door de bergen over een lekker slinger weggetje en daarna grotendeels over de snelweg. We rijden langs de kust met aan de ene kant een schitterend uitzicht over zee en aan de andere kant zien we nog steeds de verwoesting van de orkaan van afgelopen oktober. Her en der zien we punten waar door de regering nieuwe dakpanelen worden uitgedeeld en zelfs tenten van WEP waar eten en drinken is uitgedeeld nadat de orkaan net was vertrokken. De verwachting is dat deze tenten binnenkort ook weer zullen verdwijnen. De dakpanelen zijn voor de meeste mensen gratis, maar het ligt aan de financiële situatie en samenstelling van de familie. Sommige mensen zullen dus een bijdrage moeten betalen.

In de bergen stoppen we nog bij een uitzicht punt waar veel Cubanen hun spullen proberen te verkopen en dat doen ze heel opdringerig. Hier verkopen en ze chocola, cacao boter en geraspte kokos. Je moet echt meerdere malen nee verkopen en ze blijven doorgaan totdat de deuren van de bus dicht gaan en we weg rijden. Ze zijn hier ook heel blij met lege waterflessen dus deze hebben we hier achter gelaten. Als we de bergen uit zijn rijden we de snelweg op. Een redelijk goede weg met 6 rijbanen. Totdat onze weghelft ineens stopt en we naar de andere kant over 2 banen verder moeten.

25 km voor Guantánamo stoppen we bij een uitzicht punt over de baai en krijgen we van een lokale man uitleg over de baai, waar de gevangenis zit en hoe dit invloed heeft op de Cubanen. De gevangenis kunnen we niet zien, deze zit achter een berg en deze kan je nu ook niet meer zien. Voorheen was er een ander punt waar je deze nog wel kon zien, maar dat is door de Amerikanen gesloten.  In de baai kan je wel het vliegveld, de brug en de ferry tussen het vliegveld en de gevangenis zien. De Cubanen hebben op zich weinig last van de Amerikanen. Ze leven op de basis, komen Cuba niet in, en hebben hun eigen infrastructuur. Ze komen met vliegtuigen naar Cuba welke het Cubaanse luchtruim niet in mogen. Ze vliegen dus om Cuba heen. Ze hebben een eigen waterzuivering en elektriciteitscentrale en leven volledig volgens de Amerikaanse maatstaven. Zelfs de woningen van de militairen en hun gezinnen zijn Amerikaans. Op de foto’s zie je echt een typische Amerikaanse woonwijk en natuurlijk is er een McDonald’s op het terrein. Sinds 4 jaar werken er geen Cubanen meer in de gevangenis en de Amerikanen hebben ook niet de intentie om dit ooit weer te laten gebeuren. Fidel wilde de Amerikanen weg hebben en het verdrag dat ooit voor 100 jaar was afgesloten moest worden beëindigd. De Amerikanen dachten daar heel anders over en zijn voorlopig niet van plan om weg te gaan. Fidel dacht de Amerikanen te kunnen dwingen door de elektriciteit en watertoevoer te beëindigen, maar de Amerikanen hebben in een heel rap tempo de waterzuivering en elektriciteitscentrale gebouwd. Het is dus afwachten wat er met Guantánamo gaat gebeuren. Obama heeft gezegd dat hij het gaat sluiten, wat er nu onder Trump gaat gebeuren is de grote vraag.

We rijden verder richting Santiago de Cuba waar we rond een uur of 2 aankomen. We worden midden in de stad afgezet en doen de stadstour. Santiago is een van de meer criminele steden dus we werden gewaarschuwd om goed op onze spullen te letten. We beginnen bij het centrale plein en lopen door de stad heen. Iedere stad heeft zijn boulevard waar alle grote winkels, restaurants en bars aanzitten en ook hier is dat niet anders. We zien een uitgifte punt waar de Cubanen hun voedselbonnen in kunnen leveren, maar ook hier wordt de voorraad schaarser. Het is maar net wat de regering aan eten vrij geeft. We komen op een markt terecht waar men voedsel zoals fruit, groente, vlees en vis kan kopen. Het is gewoon bizar hoe slecht het hier met de hygiëne is gesteld en dat mensen niet ziek worden. Vis en vlees liggen rustig de hele dag, op een tafel. Niet gekoeld, maar wel super vers. Het is de vangst van die ochtend en de koeien en varkens zijn diezelfde ochtend geslacht.

Na de stadstour gaan we naar het dakterras van een groot hotel voor happy hour. Ze hebben hier wel een speciaal happy hour, het is alleen voor cocktails. Alle andere drankjes zijn normale prijs. In vergelijking met Nederland is het nog steeds goedkoop. Een cola in een bar of restaurant is gemiddeld 1 CUC (import 1,25 CUC) en cocktails variëren van 3 tot 5 CUC. Dayana belt Jorge dat we klaar zijn en we vertrekken richting hotel. We zitten buiten de stad en met de aardbevingen die hier de afgelopen periode zijn geweest is dat maar beter.

In de bus bespreken we onze opties. Vanavond gaan we met het grootste gedeelte van de groep weer eten bij een parador. Deze is letterlijk in het huis van een Cubaanse familie. Je moet door de woonkamer naar het dakterras waar ze hun restaurant hebben. Morgen hebben we een aantal excursies aan elkaar geplakt waaronder eentje naar het graf van Fidel en hebben we zelfs een paar uurtjes vrij om te doen wat we zelf willen. De meesten gaan zwemmen bij het hotel.

Vandaag hebben we een hele dag in Santiago de Cuba. Dayana heeft een aantal excursies voor ons opgezet zodat we wat geschiedenis en cultuur kunnen opsnuiven. We beginnen bij Cuertal Moncada, de kazerne waar Fidel in 1953 heeft geprobeerd om wapens voor zijn revolutie te krijgen. Hij heeft een aantal van zijn mannen een leger uniform aangegeven, hetzelfde als de militairen die in de kazerne zaten, en probeerde om op deze manier ’s avonds binnen te dringen. Er was 1 wachter die goed oplette en zag dat hij de gezichten niet herkende en dat de schoenen niet klopten. Hij heeft alarm geslagen waarna er een vuurgevecht ontstond. Fidel en zijn broer Raul wisten te ontkomen, maar het regime van president Batista claimde dat Fidel was gedood. Raul heeft zich voor gedaan als de leider om Fidel te beschermen. Iemand heeft naar buiten gebracht dat Fidel niet was gedood en deze man is tot aan de dood van Fidel aangebleven als lijfwacht. Batista heeft uiteindelijk Fidel opgepakt en van 1955 tot 1957 heeft hij gevangen gezeten.
In de kazerne zit tegenwoordig een school, maar een gedeelte van de barakken is ingericht als museum waar je de complete geschiedenis kan zien van wat zich in die tijd in de barakken heeft afgespeeld. Buiten zie je ook een groot aantal kogelgaten zitten, maar deze zijn grotendeels nep. Er zijn nog wel een paar originele, deze zitten in de leuningen.
Hierna zijn we door gereden naar Cementerio Santa Ifegenia, de grootste begraafplaats van Santiago waar onder andere Jose Marti en Fidel zijn begraven. Op het voorste gedeelte van de begraafplaats liggen veel hoog geplaatste Cubanen, op het achterste gedeelte veel familiegraven. Het graf van Jose Marti is groot en heeft permanente militaire bewaking waar ieder half uur een wisseling van de wacht plaats vindt. Naast het graf van Jose Marti staat een muur met daarin de resten van de strijdmakkers van Fidel, tenzij de familie anders heeft besloten, en het graf van Fidel. Fidel wilde geen groot graf of standbeelden, dus om hem te eren staat er een heel groot rotsblok met als betekenis dat hij de rots was die tegen Amerika in opstand kwam en bleef volhouden. Ook het graf van Fidel heeft permanente militaire bewaking en bij de wisseling van de wacht bij het graf van Jose Marti wordt ook het graf van Fidel mee genomen. Het is heel druk op de begraafplaats, het is een soort bedevaartoord aan het worden. Heel veel Cubanen maar ook veel toeristen.
Het begraven op Cuba is een heel ritueel. Als iemand overlijdt moet deze binnen 24 uur worden begraven. Gebeurt dit in de ochtend is de begrafenis de ochtend erna. Na minimaal 3 jaar wordt de persoon opgegraven en worden de botten gereinigd. De botten worden in een kleine doos gedaan en terug geplaatst in het graf. Op deze manier kunnen er zo veel mogelijk familieleden worden bijgezet. Het graf is dan ook niet voor 25 jaar zoals in Nederland, maar voor zo lang als je het wilt hebben. De grond is eigendom van de familie en die mag er mee doen wat ze willen. Dayana vertelde ook dat er soms vrienden of bekenden in het graf worden geplaatst als de familie zelf geen graf heeft. Cremeren kennen ze hier wel, maar wordt bijna nooit gedaan. Het is ook niet te betalen en de wachtlijsten zijn lang, tenzij je natuurlijk vriendjes op hoge plaatsen hebt. Fidel is wel gecremeerd, maar dit is gedaan vanwege de lange rit van Havana naar Santiago. Het lichaam zou de lange rit vanwege de ontbinding en hoge temperatuur niet aan kunnen.
Na al het marmer en een beetje lugubere verhalen gaan we verder naar de Bacardi fabriek. Je mag de fabriek niet in, maar in het winkeltje kan je wel het een en ander aan drank en merchandise kopen. Er zijn ook verschillende soorten rum die alleen in de regio van Santiago te krijgen zijn. Een korte stop waar flink werd ingeslagen. Nog even en we hebben een heel bagagerek vol met flessen rum.

Volgende stop is de La virgin del Copra Kerk, ongeveer 20 km buiten Santiago. Een katholieke kerk waar ook de Paus is geweest. Binnen zie je allerlei offers van bloemen en worden er kaarsjes gebrand, maar er worden ook andere offers gebracht. Zo is er een muur vol met protheses en andere hulpstukken, een vitrine vol met sport memorabilia (voornamelijk honkbal) en ligt er zelfs een gouden medaille van de spelen van Rio de Janeiro. Ook Ernest Hemmingway heeft hier een medaille achter gelaten. De originele is niet te zien, maar wel een replica.

Het is ondertussen lunchtijd en we rijden terug naar het hotel voor lunch en een beetje ontspanning in het zwembad of hotelkamer. Om 16:45 verzamelen we weer en gaan we naar Castillo de San Pedro del Morro. Een fort dat bekend staat vanwege de piraterij. Het fort is ingericht als museum en zodra de medewerkers horen dat we Nederlanders zijn wordt er gevraagd naar de Nederlandse piraat. Dat kan er maar 1 zijn, Piet Hein, hij wordt dan ook verschillende keren genoemd. Wij vinden hem een held, de Cubanen maar een simpele piraat. Het verschil met de andere piraten is dat Piet Hein roofde uit naam van de kroon, de andere piraten uit naam van zichzelf.

Na een rondje te hebben gelopen en foto’s te hebben gemaakt is het tijd voor de zonsondergang. Dat is een heel ritueel bij dit fort. Op het moment dat de zon in zee zakt wordt er een kanon afgeschoten. Eerst wordt de Cubaanse vlag gestreken en ondertussen wordt het kanon geladen met losse flodders. Als het laden van een kanon in het verleden ook zo lang duurde kan ik me voorstellen dat men gevechten verloor. Ze zijn 15 minuten bezig geweest voordat alles was zoals ze wilden, maar dat was misschien meer rekken zodat het kanon op tijd klaar zou zijn. Precies op het moment dat de zon in zee zakt wordt het kanon afgeschoten.

We maken nog een paar groepsfoto’s en gaan richting restaurant. Dit zit naast het fort en speciaal voor ons hebben ze allerlei kleine gerechten klaar gemaakt. Stel je er niet te veel van voor want meer als een zwarte bonen soep, salade van tomaat en sperziebonen, gefrituurde vis, varkensvlees, kip en rijst met bonen is het niet. Het smaakt goed en we krijgen nog ijs en koffie na.

Vanavond gaan we naar Casa de la Trova of Trovahouse. Dit is een salsabar midden in de stad waar altijd live muziek wordt gespeeld en waar veel wordt gedanst. We zijn rond half 9 in de stad en lopen naar de bar. Entree is 5 CUC, maar dat is waarschijnlijk meer om de ongure figuren buiten te houden. Veel tafels zijn gereserveerd en ook Dayana had van te voren al gebeld dat we met een grote groep zouden komen. Na een beetje puzzelen kan iedereen zitten en is de band ondertussen begonnen met de soundcheck. Ze zouden om 9 uur beginnen met spelen, maar dat is Cubaanse tijd dus het werd na half 10. Salsa is totaal niet mijn muziek en dansen is ook niet voor mij weg gelegd. Ik heb me zeker wel vermaakt en het is leuk om dit een keer mee te maken. Er wordt volop gedanst en de dames worden regelmatig gevraagd door de heren. In de groep zitten ook een paar dames die graag dansen en er is 1 man die goed salsa kan dansen. Hij werd dan ook regelmatig door verschillende dames gevraagd. Kennelijk is het uniek hier dat een blanke niet Cubaanse man goed salsa kan dansen.

Er is ook een danspaar aanwezig die de hele zaal door gaat, tussen hun optredens door dansen ze met mensen uit het publiek en zelfs tijdens hun eigen dansen pakken ze mensen uit het publiek. Dayana had geregeld dat tijdens de show een van onze dames eruit werd gepikt en dat leidde tot wat gespeelde rivaliteit tussen de danseres en de dame uit onze groep. Dayana kent dit paar goed en als de reizen die zij begeleid 1 dag langer in Santiago zijn regelt ze bij hun altijd een salsa les voor de mensen die dat willen.

Het is heel gezellig, maar uiteindelijk zijn we het rond een uur of half 12 allemaal zat en gaan we terug naar het hotel. Morgen gaan we naar Sierra Maestra en gaan we de bergen in. We weten al dat we niet met de bus bij het hotel kunnen komen en dat we op een bepaald punt met jeeps worden opgehaald.

We konden vanmorgen rustig aan doen. Het is vandaag maar 2 uurtjes rijden en we kunnen niet vroeg in het hotel terecht omdat de kamers anders niet klaar zijn. Ik heb eerst lekker op het balkon het laatste gedeelte van het verslag van gisteren gemaakt en ben gaan ontbijten. De bus vertrok vandaag om 10 uur richting Sierra Maestra en onderweg maken we nog een stop om de tijd te doden in Bayamo. We arriveren er rond half 1 en krijgen ruim een uur de tijd om te lunchen en te doen wat we zelf willen. Eerste stop was internetkaarten halen. Het is echt een drama met die dingen. De eerste heb ik inderdaad een uur mee gedaan, dus dat leek allemaal goed te gaan. In Holguín wilde ik alvast nieuwe kaarten halen, maar daar schoot het allemaal maar niet op. Ik had er in eerste instantie maar 1 gehaald voor een uur want ik wilde eerste testen hoe en of het allemaal werkte. Het zag er goed uit dus vanmiddag 3 nieuwe kaarten gehaald. Dat is nog een heel gedoe op zich want je moet eerst in de rij voordat je de winkel in kan, dan moet je aangeven wat je komt doen en sturen ze je ergens heen waar je dat kan doen. Vanmiddag werden we naar de eerste verdieping gestuurd waar het er redelijk rustig uit zag. Eerst haalt een reisgenoot de kaarten en dat verliep voor Cubaanse begrippen redelijk vlot. Bij mij natuurlijk niet. Je mag per transactie 3 kaarten halen, hij had er nog maar 2. Bij m’n reisgenoot was hij al aan het bellen geweest maar kreeg niemand te pakken, dat probeerde hij bij mij ook. Toen moesten we mee naar beneden waar hij vroeg wie er nog kaarten hadden. Een van de dames had meer kaarten dus werd ik aan haar overgeleverd. Eindelijk 3 kaarten gevonden, maar dan krijg je nog het hele registratie proces. Als eerste je paspoort en vervolgens de nummers die op de kaarten staan. Dit gaat gelukkig allemaal digitaal (voor de it-ers onder ons, er staan hier nog computers uit het jaar nul, ik schat een x486), maar snel is het niet. Vervolgens wilde ik betalen met een briefje van 50 CUC, daar kwam administratie 2 tevoorschijn. Dit moest allemaal handmatig genoteerd worden en ik moest zelfs tekenen dat ik met een briefje van 50 had betaald. 30 minuten later liepen we dan eindelijk met 6 internetkaarten naar buiten.

We hebben nog wat foto’s genomen op het centrale plein waar onder andere een standbeeld staat van de bedenker van het volkslied, inclusief tekst. Aan het plein zit schijnbaar een school of een kinderopvang en ze hadden net lunchpauze. Ze konden op een trampoline springen maar ook fietsen. Ze hebben fietsen in alle soorten en maten, 2-wielers, 3-wielers, crossfietsen, model fietstaxi, en zo kan ik nog wel even door gaan. Ik ben even blijven zitten en heb wat foto’s genomen van de kinderen die heen en weer fietsen over de straat langs het plein.

Om 13:45 moesten we ons weer melden bij de bus want we gingen nog even naar de plaatselijke trova house. Hier had Dayana een salsa les, inclusief band geregeld. Wij wisten van niets, maar we hebben een half uurtje lol gehad. Iedereen moest mee doen, maar dan kennen ze mij nog niet. Ik heb me gewoon opgeworpen als fotograaf, wat nou salsa les ;) Rond half 3 zijn we verder gereden naar Bartolomé Maso waar we even op onze jeeps moesten wachten die ons naar het hotel zouden brengen. Ik weet nu wat ze hier onder jeeps verstaan. Niet van die aftandse dingen die bij de minste beweging uit elkaar vallen, maar super de luxe bestelbusjes waar 8 personen in kunnen. Een half uurtje later komen we bij het hotel aan en moeten we even wachten tot we in kunnen checken. De kamerindeling is voor de mensen die een kamer delen in ieder hotel anders en dat was even puzzelen. Uiteindelijk had iedereen om 5 de sleutel en hadden we 2 uurtjes voor onszelf. Ik heb lekker een douche genomen (nu er nog normale watertoevoer is) en heb lekker op de veranda zitten lezen. Om 7 uur zaten we weer aan de rijst en kip, varken, vis of rund. Het eten begint hier nu wel heel saai te worden. Na het eten met een klein groepje nog een stuk gelopen en wat gedronken in de bar.

Morgen gaan we naar La Plata, een wandeling van ongeveer 6 km naar het gebied waar Fidel zich schuilhield na zijn vrijlating uit de gevangenis en voor de start van de echte revolutie. Schijnbaar is alles nog intact zoals verblijven en een ziekenhuis. Het regent nu (voor het eerst deze vakantie) en ik heb geen wandelschoenen bij me. Morgen dus eerst aan de gids vragen of alles goed begaanbaar is.

Het heeft vannacht flink geregend. Het was dan ook de vraag of de wandeling vandaag door kon gaan, maar om 8 uur stond het licht op groen. Vanaf het hotel zijn we met minivans naar het startpunt van de wandeling gebracht, 3 km heen en 3 km terug over dezelfde weg. De rit met de auto alleen al was een hele belevenis. De rit is ongeveer 5 km, op zich niets spannends, maar er zitten steigingen in van 40% en dat is steil omhoog. Bij de ingang van het nationale park hebben we de lokale gids opgepikt, zonder gids mag je het park niet in, en hij heeft ons onderweg van alles uitgelegd over het gebied en de planten die hier groeien. Na ongeveer 1,5 km te hebben gelopen kwamen we aan bij de huisjes waarvan de toenmalige eigenaren Fidel hebben geholpen met onderduiken. Vanaf dit punt mag je alleen nog fotograferen als je 5 CUC per camera betaalt, dus als je een gewone camera en smartphone hebt waarmee je wilt fotograferen kost dat 10 CUC. Dat is lekker verdienen zo.

Buiten de 14 Nederlanders uit mijn groep waren er ook 4 duitsers bij. Best een grote groep en het verschil in snelheid was dan ook goed te merken. Onderweg hebben we regelmatig een korte stop ingelast zodat de groep weer compleet was voor we verder gingen. Over het eerste stuk tot aan de huisje daal je ongeveer 100 meter, na de huisjes steig je weer 100 meter en het is geen makkelijk pad om te lopen. Je loopt midden in de bergen en er liggen veel losse stenen. Het pad bestaat dan ook al heel lang, Fidel heeft hier zelf ook over gelopen, en de familie die nu in de huisjes woont gebruikt dit pad voor de aanvoer van hun goederen. Zij hebben alleen het voordeel dat ze gebruik kunnen maken van paarden.

Eenmaal boven kom je eerst bij een wachterspost uit, dit was de entree naar het kamp. De echte wachters zaten in een omtrek van ongeveer 4 kilometer rondom het kamp. Uiteindelijk is dit huisje een tandartsen post geworden waar Che Guevara nog behandelingen heeft gedaan. Dit gebeurde zonder verdoving, maar met rum. Als je nog wat verder omhoog klimt kom  je bij een gebouw dat door het nationale park is neergezet en dat  dienst doet als museum. Binnen staat een maquette van het gebied en daar staan de verschillende punten op aan gegeven, zoals het huis van Fidel, de keuken en het ziekenhuis. Het ziekenhuis is later naar beneden verplaatst omdat de lokale bevolking hier ook gebruik van maakte en ze te dicht bij Fidel in de buurt kwamen.

Daarna hebben we de keuken en het administratie gebouw bezocht. De keuken is in originele staat alleen is er her en der een plank vervangen. Het administratiekantoor is helemaal nieuw. Dit is 1,5 geleden in een modderstroom de berg afgespoeld, de resten kan je beneden nog zien ligen. Tussen de leuken en het administratiegebouw staat het huis van Fidel. Een woonkamer met tafel, bankje en koelkast en een slaapkamer met bed en bureau. De koelkast werkt op petroleum want stroom hadden ze natuurlijk niet. Er zit ook een kogelgat in de koelkast, dit is er door de troepen van Batista in geschoten op het moment dat de koelkast werd vervoerd. Naast de koelkast zit een luik in de vloer. Fidel had 3 vluchtroutes de berg af, dit was er een van door een 200 meter lange tunnel. Helaas is de tunnel ingestort en nooit meer gerenoveerd. Uiteindelijk heeft Fidel ongeveer 6 maanden in dit kamp gewoond, van mei 1958 – oktober 1958. Hierna gingen we beginnen aan onze weg terug naar de parkeerplaats. Iedereen in zijn eigen tempo en de gids als laatste. 2 van de duitsers waren we op de heen weg al kwijt geraakt omdat de man last had van zijn enkels en knieen en niet verder wilde. Ze zouden op de parkeerplaats worden opgepikt maar daar hebben we ze niet meer gezien. Toen wij in de taxi’s onderweg naar beneden zaten kwamen we ze ineens tegen. Ze hebben dus niet gewacht op een taxi maar zijn zelf verder gelopen.

We waren rond 1 uur weer terug bij het hotel waar we hebben geluncht, de rest van de middag hebben we de tijd aan onszelf. Een gedeelte van de groep is gaan zwemmen in de rivier en een gedeelte is op het resort gebleven. Ik heb lekker dit verslag getypt, m’n weblog bijgewerkt en wat contact gehad met het thuisfront. Morgen gaan we naar Cameguey  waar we 1 nacht verblijven.

De foto’s zullen echt tot na m’n vakantie moeten wachten. Internet is zeer beperkt en ook de tijd om alles uit te zoeken ontbreekt. Heel af en toe zal ik een paar foto’s op facebook plaatsen en daar zullen jullie het mee moeten doen. Meer als dat doe ik ook niet op internet.

En dan ben je om 5:40 al wakker omdat de trein vertrekt en dat met veel kabaal doet. Dan eerst maar even het verslag schrijven want die mauwende kat helpt ook niet om weer in slaap te komen.

Na onze relaxte middag gisteren hebben we ’s avonds weer in het restaurant gegeten. Dayana had een fles rum en een sigaar en deze zouden na het eten met de groep worden gedeeld. Waren er aan het begin van de reis 3 die zeiden geen alcohol te drinken, ondertussen ben ik nog de enige. Alleen al van de lucht van de rum word ik dronken. De rum verdelen was geen probleem, even een paar glazen regelen en de fles kon worden verdeeld. De sigaar was een ander probleem, er hing namelijk in het (openlucht) restaurant een rookverbod bordje. Het eerste dat we deze vakantie tegen kwamen. De rokers uit de groep gingen dus ook heel braaf buiten het restaurant roken. Dayana had het bordje niet gezien maar toen ze er op werd gewezen stapte ze gelijk naar de barman. Verboden te roken kennen ze niet in Cuba. De actie van de barman was hilarisch, hij komt achter de bar vandaan, loopt naar de muur met het bordje en trekt het zo van de muur af. Alsof het met klittenband aan de muur vast zit. De hele tafel lag dubbel en Dayana had een blik op haar gezicht van, kijk zo regel je dat. De sigaar ging ook de tafel rond, deze was iets kleiner als de sigaar in Santiago en brandde wat beter.

Vanmorgen moesten we om half 9 verzamelen, maar iedereen was al vroeger want het was vreselijk koud vannacht. Zelfs 2 dekens en de airco op warm hielpen bij veel mensen niet. Ik slaap het liefste in een ijskoude kamer en had aan 1 deken genoeg. Na het ontbijt snel de tas inpakken en iets achterlaten voor de kamermeisjes. Ze hebben er een feest van gemaakt met bloemen, handdoeken in allerlei vormen gevouwen en een lief briefje om je welkom te heten. Iedereen wil hier zeep hebben omdat het erg schaars is, dus in ieder hotel nemen we de flesjes shampoo en zeep mee en delen deze onderweg uit of leggen ze klaar voor de kamermeisjes.

De jeeps om ons van de berg af te brengen naar de bus waren op tijd en om 9 uur stonden we beneden. Een gedeelte van de groep was gisteren vergeten om de gids een fooi te geven dus dat werd met de chauffeurs van de jeep geregeld. Jorge ging de bus halen die een stuk verderop geparkeerd stond, maar hij bleef behoorlijk lang weg. Op het moment dat Dayana hem wilde gaan brengen kwam hij met de deur open aan rijden. Hij is heel zuinig op zijn bus en met de deur open rijden doet hij dan ook niet snel. Het bleek dat er een broodje tonijn in de bus was blijven liggen en de stank was niet te harden. Eerst het broodje eruit en toen met de luchtverfrisser aan de gang, airco aan de stank was redelijk snel verdwenen.

Vandaag rijden we terug naar Camagüey. We zijn hier onderweg naar Holguín doorheen gereden en onderweg komen we dan ook de groep van Sawadee tegen die afgelopen maandag aan hun reis zijn begonnen en vandaag naar Holguín rijden. Een korte stop langs de kant van de weg want schijnbaar was Jorge een paar schoenen vergeten die de chauffeur van de andere bus bij zich had. Gelijk geprobeerd om de enige Belg in onze groep te ruilen, maar dat mislukte. Deze groep heeft trouwens pech, zei moeten omrijden om in Baracoa te komen. De weg over de rivier is afgesloten en dat betekent dat ze eerste richting Sierra Maestra en dan langs de kust omhoog, een behoorlijk stuk omrijden.

In Las Tunas lunchen we bij een tentje waar we op de heen weg ook zijn gestopt en doen het lekker rustig aan. Na een uurtje of 2 gaan we verder richting Camagüey. Onderweg hebben we af en toe quizvragen waarvan we het antwoord 1 of 2 dagen later in moeten leveren. Een manier van Dayana om ons wat meer te weten te laten komen over de geschiedenis en hedendaagse regelgeving. Dit keer was de vraag waarom burgers koeien niet mogen slachten en waarom rundvlees alleen in CUC winkels te koop is. Ik had gisteren heel even snel gegoogled en 5 artikelen gevonden. Opgeslagen en gisterenavond op m’n gemak gelezen. In de lunchpauze vandaag een hele kleine samenvatting geschreven en ik kwam het dichtste bij. Eerste fles rum is dus binnen. Een fles die alleen in Santiago de Cuba te koop is en het is geen Bacardi.

Eenmaal aangekomen in Camagüey krijgen we een uurtje de tijd om ons om te kleden en gaan we met de bici taxi een stadstour maken. In tegenstelling tot de meeste andere steden bestaat Camagüey niet uit blokken met rechte straten, maar heeft het wel iets weg van de Amsterdamse grachten gordel (zonder grachten) Straten dus die rond lopen. We bezoeken de 4 grote pleinen van de stad en hebben zoveel lol in die taxi’s dat de meeste bij ieder plein weer dubbel van het lachen uit stappen. De chauffeurs jagen elkaar op, trekken zich aan de andere taxi’s op om vaart te maken, snijden elkaar af zodat je ineens wel eens stil kan komen te staan voor een geparkeerde auto, enz. Daar doen wij graag aan mee dus ook wij hingen aan andere taxi’s en haalden geintjes uit. Na 1,5 uur begint het behoorlijk donker te worden en op het laatste plein is het dan ook bijna niet mogelijk om foto’s te maken. Erg jammer want op dit plein staat beelden van de kunstenares Martha Jimenez, een hele bekende kunstenares die ook haar galerie aan dit plein heeft. We bekijken de beelden en de galerie. Het is niet mijn smaak van kunst, maar het ziet er ook niet verkeerd uit. Tegenover de galerie zit het restaurant dat we voor vanavond hebben uitgezocht en we eten voor de verandering weer eens op het dak. De huisband kwam er ook nog bij, dus we hadden weer live muziek tijdens het eten, met overigens een hele goede zangeres.

Na het eten zijn we een stukje met de bus terug gereden richting hotel en konden de mensen die dat wilden het laatste stuk lopen om nog wat meer van de stad te zien. Bijna iedereen koos voor die optie en met de bus gaan was niet veel sneller. We kwamen de bus onderweg nog 4 keer tegen omdat die achter een vuilniswagen zat die niet opzij ging. In het hotel nog iets gedronken en naar bed gegaan.

Vanmorgen zijn we om 9 uur vertrokken richting Trinidad. De beschrijvingen van Sawadee laten we al naast ons liggen want de reis duurt meestal 2 keer zo lang. Na ongeveer 2 uurtjes komen we aan bij een parador waar we onderweg naar Holguín ook zijn gestopt. Toen waren ze nog druk bezig met het voegen van de vloer, vandaag was alles klaar en stond er een heel gezellig tentje waar we een plaspauze hebben gehouden en iets konden drinken. Daarna zijn we door gereden naar Sancti Spiritus. Hier kregen we een kleine 2 uur om het stadje te verkennen en om te lunchen. Iedereen had zijn eigen plan, een paar gingen geld wisselen, een paar gingen kijken voor internetkaarten en anderen hebben door de stad gezworven. Ik heb gekozen voor het laatste en na de pleinen ben ik met 1 van m’n reisgenoten geëindigd bij een restaurant vlakbij de bus. De lunch kwam redelijk snel en we hadden nog wat tijd over. We zijn nog even naar de brug gelopen en hebben in de kerk rond gekeken, maar daarna was het tijd om door te rijden naar Trinidad. Hier slapen we niet in een hotel maar in Casas Particulares, bij de lokale mensen thuis. Het oude stadcentrum van Trinidad staat op de UNESCO cultureel erfgoed lijst en de huizen liggen in dit gebied. Het is in principe auto en paard en wagen vrij, maar daar leek vandaag niet veel van waar te zijn. Nadat er bekend was welke huizen en hoeveel kamers er beschikbaar zijn heeft Dayana de indeling gemaakt en werden we met de mensen mee naar de huizen gestuurd. Ik zit het dichtste bij het centrum van de stad bij een dame in huis die 2 kamers heeft die ze van de staat mag verhuren. Bij binnenkomst moet je je net als bij een hotel laten registreren, inclusief paspoortnummer en alle bij behorende gegevens. Als de administratie niet klopt kunnen ze boetes krijgen die op kunnen lopen tot wel 200 CUC. Nadat ze me alles heeft laten zien en ik de sleutel heb gekregen heb ik m’n spullen achter gelaten en zijn we begonnen aan de stadswandeling. Trinidad is op zich een redelijke stad, maar het enige interessante is de oude binnenstad. Hier speelt zich grotendeels het uitgaansleven af en omdat het op de UNESCO lijst staat wordt het ook goed onderhouden. De straten bestaan uit keien die hier en daar ook nog eens los liggen dus je moet goed uitkijken waar je loopt. Een race Parijs – Roubaix zou hier op een bloedbad uitlopen. Tijdens de rondleiding legt Dayana van alles uit over de stad en laat zien hoe makkelijk deze eigenlijk in elkaar zit. Als je hier verdwaalt heb je het knap gedaan. Aan het einde van de rondleiding hebben we het nog even over de excursies die we morgen kunnen doen en wie waar naar toe wil. Als het programma in elkaar zit begint ze over sigaren en voor we het weten staat bijna de hele groep in een slaapkamer ergens in Trinidad te kijken naar een enorme hoeveelheid zwarte markt sigaren. Alsof het niet opvalt dat een hele groep toeristen een huis binnen loopt, naar de slaapkamer gaat en de deur op slot doet. De sigaren worden in de fabriek achterover gedrukt en op de zwarte markt verkocht, inclusief verzegelingen en officiële Roken dood stickers. De prijzen liggen hier ongeveer 50% onder de prijzen die de staat heeft vastgesteld.

Na deze belevenis nemen we afscheid van Dayana, zij heeft hier familie in de buurt wonen en gaat vanavond op bezoek. Wij lopen nog wat door het oude centrum en eindigen bij de beroemde trappen van Trinidad. Hier hangen we even rond en internetten een beetje, voor zover dat mogelijk was. We spreken met een aantal mensen om 19:15 af op ons vastgestelde meetingpoint en gaan uiteindelijk met 7 dames op zoek naar een plek om te eten. Bij elk restaurant krijg je een kaart onder je neus geduwd en wordt er bijna gesmeekt of je alsjeblieft naar binnen komt, maar dit kan je heel makkelijk afschudden door te zeggen dat je al een reservering hebt.

We komen uiteindelijk terecht bij het meest kitscherige restaurant waar ik ooit heb gegeten. Restaurant Museo, de naam zegt het al het is een museum. Ik waande me even in de middeleeuwen en Engeland tegelijk. Tafels die zijn gedekt voor 6 gangen met bloemetjes servies en zilver bestek. Het leek grootmoeders servies wel. We hebben heerlijk gegeten en de huisband speelde weer wat Cubaanse muziek. 2 dames in de groep waren wel erg in trek en werden steeds ten dans gevraagd, het is een wonder dat er geen glazen zijn gesneuveld. Na 2,5 uur vonden we het wel mooi geweest en zijn we terug gelopen naar de trappen om daar nog even iets te drinken. Ik en 2 anderen hadden het wel gezien voor vanavond en zijn terug naar onze huizen gegaan. Ik heb afgelopen nacht heel slecht geslapen, eerst naar de wc, vervolgens om half 6 een trein die met een hoop kabaal vertrok en een kat die 2 uur lang heeft lopen mauwen en op een gegeven moment zelfs langs m’n kamer liep. Vannacht dus maar kijken of ik wat meer uurtjes kan slapen. Morgenochtend staat om 8 uur m’n ontbijt klaar en gaan we om 9 uur weer op pad om de omgeving van Trinidad te verkennen.

Gisteren kregen we de keuze uit een aantal excursies. Een wandeling langs de rivier met aan het einde een waterval en de mogelijkheid om te zwemmen, naar het strand, salsa les en naar the Cave, een grote discotheek in een grot. Het programma is dusdanig dat je alles kan doen. Vanmorgen eerst de wandeling en even zwemmen onder de waterval, vanmiddag naar het strand, om 7 uur salsa les en vanavond laat naar the Cave. Ik heb er voor gekozen om alleen de waterval en het strand te doen en bij de salsa les ga ik mee als fotograaf. De discotheek laat ik, met een aantal anderen, aan me voorbij gaan.

Om 9 uur zijn we vertrokken richting het nationale park waar je Sendero huellas de la historia vindt. Een redelijk makkelijke wandeling met af en toe wat klimmen, maar verder allemaal geen probleem. De totale wandeling is 5,4 km (niet de 3,6 zoals op het bord staat) en begint op een hangbrug waar je lekker op kan schommelen. De weg naar boven duurt ongeveer 45 minuten en onderweg kwamen we van alles tegen. De nationale vogel hebben we gehoord en ver weg gezien, wespennesten die aan de rotsen hangen en een Cubaanse koekoek die bezig was een van de nesten leeg te roven, een boerderij waar je vanuit het niets ineens voor staat, een slang en natuurlijk uiteindelijk de waterval. Het water is steenkoud, maar er wordt volop gezwommen. Het begint bij ongeveer 2 meter diep en eindigt met ongeveer 9 meter diep onder de waterval. Als je onder de waterval door gaat kan je een grot in zwemmen waar honderden vleermuizen hangen. We zijn hier een uurtje gebleven en zijn daarna rustig terug gelopen naar de parkeerplaats. Onderweg zijn we gestopt bij de boerderij waar we thee van limoengras en anijs kregen. Normaal niet iets dat ik zou drinken maar het smaakte niet verkeerd.

Terug in de stad hebben we de andere strandgangers opgepikt en zijn we naar Playa Ancon gereden. Hier staat 1 heel groot hotel dat aan een mooi strand staat. Het water is helderblauw en lekker warm. De groep was een beetje verdeeld, een aantal waren vanmorgen al met een taxi naar het strand gegaan en lagen lekker onder een parasol op bedden, een ander gedeelte lag in de zon en een aantal zijn op een terras uit de zon gaan zitten. We hadden een paar uurtjes en met lekker kletsen en zwemmen zijn die zo voorbij. Het was even de vraag of we voor de salsa lessen zouden gaan eten, maar daar hebben we te weinig tijd voor dus dat doen we erna.

Terug in Trinidad hebben we 1,5 uur voordat we weer moeten verzamelen voor de salsa lessen. Ik ga terug naar m’n kamer, neem een koude douche (er is hier maar 1 kraan dus het water is koud of lauw) en kijk nog even een aflevering van Criminal Minds op de binnenplaats. Oma vindt mij kennelijk een gezellige gesprekspartner en begint een heel gesprek met me, in het Spaans. Ik begrijp er echt geen woord van, maar met handen en voeten snap ik ongeveer wel wat ze bedoelt. Ze maakt zelfs nog een lichtje voor me, het gaat al schemeren, maar is eigenlijk niet nodig. Daarna legt ze uit dat ze alle deuren en ramen van de gastenkamers dicht houdt omdat er dengue muggen zijn, die mogen ze toch echt houden. Om 18:40 moeten we verzamelen op ons vaste punt en moeten we wachten op Dayana. Zij en Jorge slapen buiten de stad en Jorge brengt haar naar ons zodat we met haar naar de salsa les kunnen lopen. Halve stad door over van die lekkere keitjes. Uiteindelijk zijn we op bestemming en wordt de les op een dakterras gegeven. 2 mannen en 2 vrouwen die de groep stap voor stap door de salsa heen loodsen. Het gaat ze niet verkeerd af en aan het einde van het uur krijgen we nog een demonstratie te zien. Ik zou foto’s maken, maar daar was het echt te donker voor en flitsen leidt te veel af dus ik heb een paar keer gefilmd. Ik moet ze nog even nakijken maar volgens mij is het aardig gelukt ondanks de krappe ruimte en slecht licht.

Om 8 uur is de les afgelopen en lopen we terug naar het oude centrum om te eten. Met 9 man eten is nog een uitdaging want het is vrijdagavond en bij veel eettenten staat een lange rij. We komen uit bij het restaurant waar we gisteren hebben gegeten en vragen of zij nog een tip voor ons hebben. Ze verwijzen ons naar de overkant en daar hebben ze gelijk ruimte voor een grote groep dus de beslissing is snel genomen. Het was ondertussen al bijna 9 uur en om 22:15 moesten we weer verzamelen om naar the Cave te gaan. Het werd dus door eten. Uiteindelijk liepen we om 10 uur weer naar buiten, voor Cubaanse begrippen heel snel, op weg naar de bus. Mijn kamer zit letterlijk om de hoek van het ontmoetingspunt dus ik heb ze nog even uitgezwaaid. Terug op m’n kamer heb ik dit verslag geschreven en nog een paar afleveringen gekeken van de series die ik bij me heb. Dat is deze vakantie een van de weinige avonden dat ik daar tijd voor heb, een goed teken. Morgen gaan we naar Cienfuegos, een klein uurtje rijden.

Aangezien een gedeelte van de groep gisteren feest heeft gevierd in the Cave en we vandaag maar een uurtje hoefden te rijden zijn we vanmorgen pas om half 11 vertrokken. Ik heb gevraagd of ze om half 9 het ontbijt klaar wilden hebben en daarna heb ik nog een uurtje door de stad gezworven om foto’s te maken. Op een gegeven moment word ik door een bewaker aangesproken, maar ja zijn Spaans en mijn Engels gingen niet goed samen. Uiteindelijk kwamen we er uit en liet hij me toe tot een dakterras met een mooi uitzicht over de stad. Dat doen ze natuurlijk niet voor niets dus toen ik beneden kwam stond hij al met zijn hand klaar om wat te ontvangen. Een CUC gegeven en hem bedankt en ik ben weer verder gegaan. Terug bij de trappen zag ik iemand van m’n groep zitten en we hebben lekker nog een half uurtje zitten kletsen (de stad is niet zo groot). Rond 10:15 ben ik terug gegaan naar de casa, heb m’n spullen gepakt en de familie bedankt. Zelfs Jaco kwam nog even afscheid nemen.

Onderweg naar Cienfuegos kwamen we nog een akelig ongeluk tegen. In 1 van de voorsteden was een paard door een auto aangereden. Het paard was ingespannen en lag recht naast de wagen, dat is niet zachtjes gegaan. Helaas heeft het paard het niet overleefd, de politie stond er bij en ook een hoop omstanders. In de binnenstad hebben we een “stadstour”gehad, we zijn de boulevard afgelopen en hier hebben we duidelijk het verschil tussen een CUP en CUC winkel gezien. In de CUP winkel kan je alleen met peso’s betalen, deze heb je als toerist niet eens, en hebben ze alle basis dingen zoals zeep om kleding te wassen, verf, schoenen, enz. In een CUC winkel zie je alleen de luxe artikelen zoals zeep en shampoo, parfum, gasfornuizen, koelkasten, enz. In deze winkel kan je met zowel CUC als CUP betalen, 1 CUC = 25 CUP. Aan het einde van de boulevard ligt het Jose Marti plein met daarom heen het theater en een gebouw van de lokale overheid. Ze denken hier niet in gemeentes maar in provincies, dit was dus een soort provinciehuis.

We kregen 45 minuten de tijd om zelf even rond te kijken en daarna zouden we gaan lunchen. Een aantal, waaronder ik, hadden internetkaarten nodig en er zat een etecsa in een zijstraat van de boulevard. Uiteraard waren wij er midden in de lunchpauze en zo snel gaat het hier allemaal niet dus na een half uur hebben we het maar weer opgegeven. Met nog 8 mensen voor je in de rij, en ongeveer 10 minuten per persoon gingen we dat niet redden.

We hebben geluncht onderweg naar het hotel en eindelijk eens een keer iets anders als vlees/vis en rijst. Bijna de hele groep heeft spaghetti gegeten en het smaakte ook nog eens heerlijk. In het hotel aangekomen snel ingecheckt en lekker gedoucht en een paar uurtjes op de kamer door gebracht. Reizen met deze groep is leuk en gezellig maar af en toe heb je ook tijd voor jezelf nodig. Omdat we laat hebben geluncht en diner in dit hotel inclusief is (eis van het hotel anders mag je er niet verblijven) hebben we met een aantal om 8 uur afgesproken.

 

Douchen hier is ook een heel verhaal apart. De hele watervoorziening is gebaseerd op watervoorraden. Hotels maar ook de gewone Cubanen hebben per dag 2 uur watertoevoer. Dit water slaan ze op in een soort reservoir (soort tank) en dit wordt opgepompt naar een kleinere tank. Het water dat je uit de kraan krijgt komt uit de kleinere tank. Dit is “koud” water, wil je warm water heb je nog een soort boiler nodig die meestal op zonne-energie werkt. Je kan het dus treffen dat het water perfect op elkaar af te stellen is en dat je lekker kan douchen. Het kan ook voorkomen dat er een pisstraaltje uitkomt dat ook nog eens loeiheet is en niet bij te stellen is met koud water. Het is dus altijd maar weer de vraag of je kan douchen. Ondertussen hebben we wel door dat als we willen douchen we dat direct na aankomst in het hotel of ’s avonds moeten doen en niet moeten wachten tot de volgende ochtend.

Vannacht voor de verandering weer eens weinig geslapen. De discotheek ligt naast het hotel en het volume staat op 1000. Ik lig natuurlijk weer aan de verkeerde kant en tot 4 uur is het een pestherrie, zelfs met oordoppen is het geen doen. Het was dus een kort nachtje, maar om half 9 vertrekken we richting Soroa.

Eerste stop is Museo Geron, een museum gewijd aan de invasie van Varkensbaai door de Amerikanen en Cubanen waarvan het land direct na de revolutie is onteigend. Er is in beeld gebracht hoe de invasie heeft plaatsgevonden en welke wapens er zijn gebruikt. Het museum is niet zo groot en na een half uurtje rijden we verder richting Varkensbaai. Er is hier een grot van 72 meter diep waar tropische vissen in zwemmen. De grot staat in directe verbinding met zee en krijgt zo constant vers water aangevoerd. In de grot kan je zwemmen en langs de weg verhuren ze snorkelspullen. Een gedeelte van de groep gaat een uurtje snorkelen in zowel zee als de grot, maar omdat er een grote groep Russen is die overal vanaf springen zijn de vissen al snel naar beneden verdwenen. In zee zien ze nog wel verschillende tropische vissen met allerlei kleurtjes, maar de grot is een teleurstelling. Ik vind hier m’n eerste cache in Cuba, er lag er ook 1 in Trinidad maar toen ben ik compleet vergeten om te kijken. Na een uurtje rijden we verder richting Havana. Vlak voor Havana maken we een korte stop om te lunchen, op de eerste dag zijn we hier ook gestopt. Grotendeels rijden we over dezelfde weg terug, er zijn hier niet zo veel snelwegen. Na de lunch hebben we nog ongeveer 3 uur te gaan voor we in Soroa zijn en de lucht wordt steeds donkerder. We hadden van de week al gehoord dat er een koufront onderweg is, dat de temperatuur naar beneden zou gaan en dat het zou gaan regenen. Als we langs de kust rijden zien we een paar windhozen ontstaan, ze blijven hoog in de lucht, maar wel heel mooi om ze zo dichtbij te zien. Niet veel later begint het te regenen en krijgen we in de bus wat problemen. De voorruit beslaat steeds en de enige oplossing is de airco hoger zetten. Daardoor daalt de temperatuur behoorlijk en krijgen we het allemaal koud, die korte broeken en t-shirts leken vanmorgen een goed idee, nu heeft iedereen spijt. Overal komen sjaals en handdoeken tevoorschijn en na de tweede stop waar de meesten aan de koffie gaan om op te warmen is het nog een uur kou lijden.

Soroa ligt in de bergen en we komen terecht op een prachtig resort. We zitten hier weer in bungalows en voor de bungalows ligt een groot zwembad. Hier is het ook eindelijk mogelijk om internetkaarten te kopen en zowaar geen paspoort nodig. Ik app wat met het thuisfront, schrijf het verslag van vandaag en upload de verslagen die ik nog klaar heb staan. Vanavond hebben we weer eten inbegrepen omdat we in de middle of nowhere zitten. Morgen rijden we verder naar Vinales wat een kleine 100 km hier vandaan is.