Cuba 2017

En dan ben je om 5:40 al wakker omdat de trein vertrekt en dat met veel kabaal doet. Dan eerst maar even het verslag schrijven want die mauwende kat helpt ook niet om weer in slaap te komen.

Na onze relaxte middag gisteren hebben we ’s avonds weer in het restaurant gegeten. Dayana had een fles rum en een sigaar en deze zouden na het eten met de groep worden gedeeld. Waren er aan het begin van de reis 3 die zeiden geen alcohol te drinken, ondertussen ben ik nog de enige. Alleen al van de lucht van de rum word ik dronken. De rum verdelen was geen probleem, even een paar glazen regelen en de fles kon worden verdeeld. De sigaar was een ander probleem, er hing namelijk in het (openlucht) restaurant een rookverbod bordje. Het eerste dat we deze vakantie tegen kwamen. De rokers uit de groep gingen dus ook heel braaf buiten het restaurant roken. Dayana had het bordje niet gezien maar toen ze er op werd gewezen stapte ze gelijk naar de barman. Verboden te roken kennen ze niet in Cuba. De actie van de barman was hilarisch, hij komt achter de bar vandaan, loopt naar de muur met het bordje en trekt het zo van de muur af. Alsof het met klittenband aan de muur vast zit. De hele tafel lag dubbel en Dayana had een blik op haar gezicht van, kijk zo regel je dat. De sigaar ging ook de tafel rond, deze was iets kleiner als de sigaar in Santiago en brandde wat beter.

Vanmorgen moesten we om half 9 verzamelen, maar iedereen was al vroeger want het was vreselijk koud vannacht. Zelfs 2 dekens en de airco op warm hielpen bij veel mensen niet. Ik slaap het liefste in een ijskoude kamer en had aan 1 deken genoeg. Na het ontbijt snel de tas inpakken en iets achterlaten voor de kamermeisjes. Ze hebben er een feest van gemaakt met bloemen, handdoeken in allerlei vormen gevouwen en een lief briefje om je welkom te heten. Iedereen wil hier zeep hebben omdat het erg schaars is, dus in ieder hotel nemen we de flesjes shampoo en zeep mee en delen deze onderweg uit of leggen ze klaar voor de kamermeisjes.

De jeeps om ons van de berg af te brengen naar de bus waren op tijd en om 9 uur stonden we beneden. Een gedeelte van de groep was gisteren vergeten om de gids een fooi te geven dus dat werd met de chauffeurs van de jeep geregeld. Jorge ging de bus halen die een stuk verderop geparkeerd stond, maar hij bleef behoorlijk lang weg. Op het moment dat Dayana hem wilde gaan brengen kwam hij met de deur open aan rijden. Hij is heel zuinig op zijn bus en met de deur open rijden doet hij dan ook niet snel. Het bleek dat er een broodje tonijn in de bus was blijven liggen en de stank was niet te harden. Eerst het broodje eruit en toen met de luchtverfrisser aan de gang, airco aan de stank was redelijk snel verdwenen.

Vandaag rijden we terug naar Camagüey. We zijn hier onderweg naar Holguín doorheen gereden en onderweg komen we dan ook de groep van Sawadee tegen die afgelopen maandag aan hun reis zijn begonnen en vandaag naar Holguín rijden. Een korte stop langs de kant van de weg want schijnbaar was Jorge een paar schoenen vergeten die de chauffeur van de andere bus bij zich had. Gelijk geprobeerd om de enige Belg in onze groep te ruilen, maar dat mislukte. Deze groep heeft trouwens pech, zei moeten omrijden om in Baracoa te komen. De weg over de rivier is afgesloten en dat betekent dat ze eerste richting Sierra Maestra en dan langs de kust omhoog, een behoorlijk stuk omrijden.

In Las Tunas lunchen we bij een tentje waar we op de heen weg ook zijn gestopt en doen het lekker rustig aan. Na een uurtje of 2 gaan we verder richting Camagüey. Onderweg hebben we af en toe quizvragen waarvan we het antwoord 1 of 2 dagen later in moeten leveren. Een manier van Dayana om ons wat meer te weten te laten komen over de geschiedenis en hedendaagse regelgeving. Dit keer was de vraag waarom burgers koeien niet mogen slachten en waarom rundvlees alleen in CUC winkels te koop is. Ik had gisteren heel even snel gegoogled en 5 artikelen gevonden. Opgeslagen en gisterenavond op m’n gemak gelezen. In de lunchpauze vandaag een hele kleine samenvatting geschreven en ik kwam het dichtste bij. Eerste fles rum is dus binnen. Een fles die alleen in Santiago de Cuba te koop is en het is geen Bacardi.

Eenmaal aangekomen in Camagüey krijgen we een uurtje de tijd om ons om te kleden en gaan we met de bici taxi een stadstour maken. In tegenstelling tot de meeste andere steden bestaat Camagüey niet uit blokken met rechte straten, maar heeft het wel iets weg van de Amsterdamse grachten gordel (zonder grachten) Straten dus die rond lopen. We bezoeken de 4 grote pleinen van de stad en hebben zoveel lol in die taxi’s dat de meeste bij ieder plein weer dubbel van het lachen uit stappen. De chauffeurs jagen elkaar op, trekken zich aan de andere taxi’s op om vaart te maken, snijden elkaar af zodat je ineens wel eens stil kan komen te staan voor een geparkeerde auto, enz. Daar doen wij graag aan mee dus ook wij hingen aan andere taxi’s en haalden geintjes uit. Na 1,5 uur begint het behoorlijk donker te worden en op het laatste plein is het dan ook bijna niet mogelijk om foto’s te maken. Erg jammer want op dit plein staat beelden van de kunstenares Martha Jimenez, een hele bekende kunstenares die ook haar galerie aan dit plein heeft. We bekijken de beelden en de galerie. Het is niet mijn smaak van kunst, maar het ziet er ook niet verkeerd uit. Tegenover de galerie zit het restaurant dat we voor vanavond hebben uitgezocht en we eten voor de verandering weer eens op het dak. De huisband kwam er ook nog bij, dus we hadden weer live muziek tijdens het eten, met overigens een hele goede zangeres.

Na het eten zijn we een stukje met de bus terug gereden richting hotel en konden de mensen die dat wilden het laatste stuk lopen om nog wat meer van de stad te zien. Bijna iedereen koos voor die optie en met de bus gaan was niet veel sneller. We kwamen de bus onderweg nog 4 keer tegen omdat die achter een vuilniswagen zat die niet opzij ging. In het hotel nog iets gedronken en naar bed gegaan.

Vanmorgen zijn we om 9 uur vertrokken richting Trinidad. De beschrijvingen van Sawadee laten we al naast ons liggen want de reis duurt meestal 2 keer zo lang. Na ongeveer 2 uurtjes komen we aan bij een parador waar we onderweg naar Holguín ook zijn gestopt. Toen waren ze nog druk bezig met het voegen van de vloer, vandaag was alles klaar en stond er een heel gezellig tentje waar we een plaspauze hebben gehouden en iets konden drinken. Daarna zijn we door gereden naar Sancti Spiritus. Hier kregen we een kleine 2 uur om het stadje te verkennen en om te lunchen. Iedereen had zijn eigen plan, een paar gingen geld wisselen, een paar gingen kijken voor internetkaarten en anderen hebben door de stad gezworven. Ik heb gekozen voor het laatste en na de pleinen ben ik met 1 van m’n reisgenoten geëindigd bij een restaurant vlakbij de bus. De lunch kwam redelijk snel en we hadden nog wat tijd over. We zijn nog even naar de brug gelopen en hebben in de kerk rond gekeken, maar daarna was het tijd om door te rijden naar Trinidad. Hier slapen we niet in een hotel maar in Casas Particulares, bij de lokale mensen thuis. Het oude stadcentrum van Trinidad staat op de UNESCO cultureel erfgoed lijst en de huizen liggen in dit gebied. Het is in principe auto en paard en wagen vrij, maar daar leek vandaag niet veel van waar te zijn. Nadat er bekend was welke huizen en hoeveel kamers er beschikbaar zijn heeft Dayana de indeling gemaakt en werden we met de mensen mee naar de huizen gestuurd. Ik zit het dichtste bij het centrum van de stad bij een dame in huis die 2 kamers heeft die ze van de staat mag verhuren. Bij binnenkomst moet je je net als bij een hotel laten registreren, inclusief paspoortnummer en alle bij behorende gegevens. Als de administratie niet klopt kunnen ze boetes krijgen die op kunnen lopen tot wel 200 CUC. Nadat ze me alles heeft laten zien en ik de sleutel heb gekregen heb ik m’n spullen achter gelaten en zijn we begonnen aan de stadswandeling. Trinidad is op zich een redelijke stad, maar het enige interessante is de oude binnenstad. Hier speelt zich grotendeels het uitgaansleven af en omdat het op de UNESCO lijst staat wordt het ook goed onderhouden. De straten bestaan uit keien die hier en daar ook nog eens los liggen dus je moet goed uitkijken waar je loopt. Een race Parijs – Roubaix zou hier op een bloedbad uitlopen. Tijdens de rondleiding legt Dayana van alles uit over de stad en laat zien hoe makkelijk deze eigenlijk in elkaar zit. Als je hier verdwaalt heb je het knap gedaan. Aan het einde van de rondleiding hebben we het nog even over de excursies die we morgen kunnen doen en wie waar naar toe wil. Als het programma in elkaar zit begint ze over sigaren en voor we het weten staat bijna de hele groep in een slaapkamer ergens in Trinidad te kijken naar een enorme hoeveelheid zwarte markt sigaren. Alsof het niet opvalt dat een hele groep toeristen een huis binnen loopt, naar de slaapkamer gaat en de deur op slot doet. De sigaren worden in de fabriek achterover gedrukt en op de zwarte markt verkocht, inclusief verzegelingen en officiële Roken dood stickers. De prijzen liggen hier ongeveer 50% onder de prijzen die de staat heeft vastgesteld.

Na deze belevenis nemen we afscheid van Dayana, zij heeft hier familie in de buurt wonen en gaat vanavond op bezoek. Wij lopen nog wat door het oude centrum en eindigen bij de beroemde trappen van Trinidad. Hier hangen we even rond en internetten een beetje, voor zover dat mogelijk was. We spreken met een aantal mensen om 19:15 af op ons vastgestelde meetingpoint en gaan uiteindelijk met 7 dames op zoek naar een plek om te eten. Bij elk restaurant krijg je een kaart onder je neus geduwd en wordt er bijna gesmeekt of je alsjeblieft naar binnen komt, maar dit kan je heel makkelijk afschudden door te zeggen dat je al een reservering hebt.

We komen uiteindelijk terecht bij het meest kitscherige restaurant waar ik ooit heb gegeten. Restaurant Museo, de naam zegt het al het is een museum. Ik waande me even in de middeleeuwen en Engeland tegelijk. Tafels die zijn gedekt voor 6 gangen met bloemetjes servies en zilver bestek. Het leek grootmoeders servies wel. We hebben heerlijk gegeten en de huisband speelde weer wat Cubaanse muziek. 2 dames in de groep waren wel erg in trek en werden steeds ten dans gevraagd, het is een wonder dat er geen glazen zijn gesneuveld. Na 2,5 uur vonden we het wel mooi geweest en zijn we terug gelopen naar de trappen om daar nog even iets te drinken. Ik en 2 anderen hadden het wel gezien voor vanavond en zijn terug naar onze huizen gegaan. Ik heb afgelopen nacht heel slecht geslapen, eerst naar de wc, vervolgens om half 6 een trein die met een hoop kabaal vertrok en een kat die 2 uur lang heeft lopen mauwen en op een gegeven moment zelfs langs m’n kamer liep. Vannacht dus maar kijken of ik wat meer uurtjes kan slapen. Morgenochtend staat om 8 uur m’n ontbijt klaar en gaan we om 9 uur weer op pad om de omgeving van Trinidad te verkennen.

Gisteren kregen we de keuze uit een aantal excursies. Een wandeling langs de rivier met aan het einde een waterval en de mogelijkheid om te zwemmen, naar het strand, salsa les en naar the Cave, een grote discotheek in een grot. Het programma is dusdanig dat je alles kan doen. Vanmorgen eerst de wandeling en even zwemmen onder de waterval, vanmiddag naar het strand, om 7 uur salsa les en vanavond laat naar the Cave. Ik heb er voor gekozen om alleen de waterval en het strand te doen en bij de salsa les ga ik mee als fotograaf. De discotheek laat ik, met een aantal anderen, aan me voorbij gaan.

Om 9 uur zijn we vertrokken richting het nationale park waar je Sendero huellas de la historia vindt. Een redelijk makkelijke wandeling met af en toe wat klimmen, maar verder allemaal geen probleem. De totale wandeling is 5,4 km (niet de 3,6 zoals op het bord staat) en begint op een hangbrug waar je lekker op kan schommelen. De weg naar boven duurt ongeveer 45 minuten en onderweg kwamen we van alles tegen. De nationale vogel hebben we gehoord en ver weg gezien, wespennesten die aan de rotsen hangen en een Cubaanse koekoek die bezig was een van de nesten leeg te roven, een boerderij waar je vanuit het niets ineens voor staat, een slang en natuurlijk uiteindelijk de waterval. Het water is steenkoud, maar er wordt volop gezwommen. Het begint bij ongeveer 2 meter diep en eindigt met ongeveer 9 meter diep onder de waterval. Als je onder de waterval door gaat kan je een grot in zwemmen waar honderden vleermuizen hangen. We zijn hier een uurtje gebleven en zijn daarna rustig terug gelopen naar de parkeerplaats. Onderweg zijn we gestopt bij de boerderij waar we thee van limoengras en anijs kregen. Normaal niet iets dat ik zou drinken maar het smaakte niet verkeerd.

Terug in de stad hebben we de andere strandgangers opgepikt en zijn we naar Playa Ancon gereden. Hier staat 1 heel groot hotel dat aan een mooi strand staat. Het water is helderblauw en lekker warm. De groep was een beetje verdeeld, een aantal waren vanmorgen al met een taxi naar het strand gegaan en lagen lekker onder een parasol op bedden, een ander gedeelte lag in de zon en een aantal zijn op een terras uit de zon gaan zitten. We hadden een paar uurtjes en met lekker kletsen en zwemmen zijn die zo voorbij. Het was even de vraag of we voor de salsa lessen zouden gaan eten, maar daar hebben we te weinig tijd voor dus dat doen we erna.

Terug in Trinidad hebben we 1,5 uur voordat we weer moeten verzamelen voor de salsa lessen. Ik ga terug naar m’n kamer, neem een koude douche (er is hier maar 1 kraan dus het water is koud of lauw) en kijk nog even een aflevering van Criminal Minds op de binnenplaats. Oma vindt mij kennelijk een gezellige gesprekspartner en begint een heel gesprek met me, in het Spaans. Ik begrijp er echt geen woord van, maar met handen en voeten snap ik ongeveer wel wat ze bedoelt. Ze maakt zelfs nog een lichtje voor me, het gaat al schemeren, maar is eigenlijk niet nodig. Daarna legt ze uit dat ze alle deuren en ramen van de gastenkamers dicht houdt omdat er dengue muggen zijn, die mogen ze toch echt houden. Om 18:40 moeten we verzamelen op ons vaste punt en moeten we wachten op Dayana. Zij en Jorge slapen buiten de stad en Jorge brengt haar naar ons zodat we met haar naar de salsa les kunnen lopen. Halve stad door over van die lekkere keitjes. Uiteindelijk zijn we op bestemming en wordt de les op een dakterras gegeven. 2 mannen en 2 vrouwen die de groep stap voor stap door de salsa heen loodsen. Het gaat ze niet verkeerd af en aan het einde van het uur krijgen we nog een demonstratie te zien. Ik zou foto’s maken, maar daar was het echt te donker voor en flitsen leidt te veel af dus ik heb een paar keer gefilmd. Ik moet ze nog even nakijken maar volgens mij is het aardig gelukt ondanks de krappe ruimte en slecht licht.

Om 8 uur is de les afgelopen en lopen we terug naar het oude centrum om te eten. Met 9 man eten is nog een uitdaging want het is vrijdagavond en bij veel eettenten staat een lange rij. We komen uit bij het restaurant waar we gisteren hebben gegeten en vragen of zij nog een tip voor ons hebben. Ze verwijzen ons naar de overkant en daar hebben ze gelijk ruimte voor een grote groep dus de beslissing is snel genomen. Het was ondertussen al bijna 9 uur en om 22:15 moesten we weer verzamelen om naar the Cave te gaan. Het werd dus door eten. Uiteindelijk liepen we om 10 uur weer naar buiten, voor Cubaanse begrippen heel snel, op weg naar de bus. Mijn kamer zit letterlijk om de hoek van het ontmoetingspunt dus ik heb ze nog even uitgezwaaid. Terug op m’n kamer heb ik dit verslag geschreven en nog een paar afleveringen gekeken van de series die ik bij me heb. Dat is deze vakantie een van de weinige avonden dat ik daar tijd voor heb, een goed teken. Morgen gaan we naar Cienfuegos, een klein uurtje rijden.

Aangezien een gedeelte van de groep gisteren feest heeft gevierd in the Cave en we vandaag maar een uurtje hoefden te rijden zijn we vanmorgen pas om half 11 vertrokken. Ik heb gevraagd of ze om half 9 het ontbijt klaar wilden hebben en daarna heb ik nog een uurtje door de stad gezworven om foto’s te maken. Op een gegeven moment word ik door een bewaker aangesproken, maar ja zijn Spaans en mijn Engels gingen niet goed samen. Uiteindelijk kwamen we er uit en liet hij me toe tot een dakterras met een mooi uitzicht over de stad. Dat doen ze natuurlijk niet voor niets dus toen ik beneden kwam stond hij al met zijn hand klaar om wat te ontvangen. Een CUC gegeven en hem bedankt en ik ben weer verder gegaan. Terug bij de trappen zag ik iemand van m’n groep zitten en we hebben lekker nog een half uurtje zitten kletsen (de stad is niet zo groot). Rond 10:15 ben ik terug gegaan naar de casa, heb m’n spullen gepakt en de familie bedankt. Zelfs Jaco kwam nog even afscheid nemen.

Onderweg naar Cienfuegos kwamen we nog een akelig ongeluk tegen. In 1 van de voorsteden was een paard door een auto aangereden. Het paard was ingespannen en lag recht naast de wagen, dat is niet zachtjes gegaan. Helaas heeft het paard het niet overleefd, de politie stond er bij en ook een hoop omstanders. In de binnenstad hebben we een “stadstour”gehad, we zijn de boulevard afgelopen en hier hebben we duidelijk het verschil tussen een CUP en CUC winkel gezien. In de CUP winkel kan je alleen met peso’s betalen, deze heb je als toerist niet eens, en hebben ze alle basis dingen zoals zeep om kleding te wassen, verf, schoenen, enz. In een CUC winkel zie je alleen de luxe artikelen zoals zeep en shampoo, parfum, gasfornuizen, koelkasten, enz. In deze winkel kan je met zowel CUC als CUP betalen, 1 CUC = 25 CUP. Aan het einde van de boulevard ligt het Jose Marti plein met daarom heen het theater en een gebouw van de lokale overheid. Ze denken hier niet in gemeentes maar in provincies, dit was dus een soort provinciehuis.

We kregen 45 minuten de tijd om zelf even rond te kijken en daarna zouden we gaan lunchen. Een aantal, waaronder ik, hadden internetkaarten nodig en er zat een etecsa in een zijstraat van de boulevard. Uiteraard waren wij er midden in de lunchpauze en zo snel gaat het hier allemaal niet dus na een half uur hebben we het maar weer opgegeven. Met nog 8 mensen voor je in de rij, en ongeveer 10 minuten per persoon gingen we dat niet redden.

We hebben geluncht onderweg naar het hotel en eindelijk eens een keer iets anders als vlees/vis en rijst. Bijna de hele groep heeft spaghetti gegeten en het smaakte ook nog eens heerlijk. In het hotel aangekomen snel ingecheckt en lekker gedoucht en een paar uurtjes op de kamer door gebracht. Reizen met deze groep is leuk en gezellig maar af en toe heb je ook tijd voor jezelf nodig. Omdat we laat hebben geluncht en diner in dit hotel inclusief is (eis van het hotel anders mag je er niet verblijven) hebben we met een aantal om 8 uur afgesproken.

 

Douchen hier is ook een heel verhaal apart. De hele watervoorziening is gebaseerd op watervoorraden. Hotels maar ook de gewone Cubanen hebben per dag 2 uur watertoevoer. Dit water slaan ze op in een soort reservoir (soort tank) en dit wordt opgepompt naar een kleinere tank. Het water dat je uit de kraan krijgt komt uit de kleinere tank. Dit is “koud” water, wil je warm water heb je nog een soort boiler nodig die meestal op zonne-energie werkt. Je kan het dus treffen dat het water perfect op elkaar af te stellen is en dat je lekker kan douchen. Het kan ook voorkomen dat er een pisstraaltje uitkomt dat ook nog eens loeiheet is en niet bij te stellen is met koud water. Het is dus altijd maar weer de vraag of je kan douchen. Ondertussen hebben we wel door dat als we willen douchen we dat direct na aankomst in het hotel of ’s avonds moeten doen en niet moeten wachten tot de volgende ochtend.

Vannacht voor de verandering weer eens weinig geslapen. De discotheek ligt naast het hotel en het volume staat op 1000. Ik lig natuurlijk weer aan de verkeerde kant en tot 4 uur is het een pestherrie, zelfs met oordoppen is het geen doen. Het was dus een kort nachtje, maar om half 9 vertrekken we richting Soroa.

Eerste stop is Museo Geron, een museum gewijd aan de invasie van Varkensbaai door de Amerikanen en Cubanen waarvan het land direct na de revolutie is onteigend. Er is in beeld gebracht hoe de invasie heeft plaatsgevonden en welke wapens er zijn gebruikt. Het museum is niet zo groot en na een half uurtje rijden we verder richting Varkensbaai. Er is hier een grot van 72 meter diep waar tropische vissen in zwemmen. De grot staat in directe verbinding met zee en krijgt zo constant vers water aangevoerd. In de grot kan je zwemmen en langs de weg verhuren ze snorkelspullen. Een gedeelte van de groep gaat een uurtje snorkelen in zowel zee als de grot, maar omdat er een grote groep Russen is die overal vanaf springen zijn de vissen al snel naar beneden verdwenen. In zee zien ze nog wel verschillende tropische vissen met allerlei kleurtjes, maar de grot is een teleurstelling. Ik vind hier m’n eerste cache in Cuba, er lag er ook 1 in Trinidad maar toen ben ik compleet vergeten om te kijken. Na een uurtje rijden we verder richting Havana. Vlak voor Havana maken we een korte stop om te lunchen, op de eerste dag zijn we hier ook gestopt. Grotendeels rijden we over dezelfde weg terug, er zijn hier niet zo veel snelwegen. Na de lunch hebben we nog ongeveer 3 uur te gaan voor we in Soroa zijn en de lucht wordt steeds donkerder. We hadden van de week al gehoord dat er een koufront onderweg is, dat de temperatuur naar beneden zou gaan en dat het zou gaan regenen. Als we langs de kust rijden zien we een paar windhozen ontstaan, ze blijven hoog in de lucht, maar wel heel mooi om ze zo dichtbij te zien. Niet veel later begint het te regenen en krijgen we in de bus wat problemen. De voorruit beslaat steeds en de enige oplossing is de airco hoger zetten. Daardoor daalt de temperatuur behoorlijk en krijgen we het allemaal koud, die korte broeken en t-shirts leken vanmorgen een goed idee, nu heeft iedereen spijt. Overal komen sjaals en handdoeken tevoorschijn en na de tweede stop waar de meesten aan de koffie gaan om op te warmen is het nog een uur kou lijden.

Soroa ligt in de bergen en we komen terecht op een prachtig resort. We zitten hier weer in bungalows en voor de bungalows ligt een groot zwembad. Hier is het ook eindelijk mogelijk om internetkaarten te kopen en zowaar geen paspoort nodig. Ik app wat met het thuisfront, schrijf het verslag van vandaag en upload de verslagen die ik nog klaar heb staan. Vanavond hebben we weer eten inbegrepen omdat we in de middle of nowhere zitten. Morgen rijden we verder naar Vinales wat een kleine 100 km hier vandaan is.

Wat zijn die blokhutjes toch heerlijk om in te slapen. Geen lawaai op de gang, zelfs de bar aan het zwembad waar ik direct aan zat ging om 10 uur dicht. Na het eten (een heerlijk buffet) hebben we nog even iets gedronken in de bar aan het zwembad. Wel een trui en zomerjas aan gehad want het koelde flink af. Ik heb vannacht voor het eerst 2 dekens op m’n bed gelegd. Toch een voordeel als je een kamer voor jezelf hebt, alle dekens kan je gebruiken en je kan de airco zo hoog zetten als je zelf wilt.

Vanmorgen hebben we eerst een bezoek gebracht aan de orchideeën tuin naast het hotel. Een heel mooi aangelegde botanische tuin waar de focus ligt op orchideeën, ze hebben ongeveer 700 verschillende soorten waarvan er ongeveer 200 inheems zijn. Ik ben al een tijdje op kolibrie jacht, wel gezien maar foto’s maken was bijna niet mogelijk, tot vandaag. In de botanische tuin zat er eentje rustig in een boom en later vloog hij naar een bloem om nectar te halen. Ik moet de foto’s nog even bekijken maar de vliegende ziet er op m’n camera goed uit. Die in de boom is even een vraagteken, ik moest handmatig focussen.

Na de wandeling door de tuin zijn we naar Las Terrazas gereden. Een gebied dat bekend staat om zijn koffie. Als je er nu komt is er geen koffieboom (boom, niet boon) meer te bekennen, maar de gebouwen waar vroeger de plantages waren zijn er nog. Het dorp staat op de UNESCO erfgoed lijst en wordt redelijk onderhouden. Het regime heeft na de revolutie mensen naar dit gebied gelokt door ze een huis aan te bieden. De mensen moesten daarvoor hun land opgeven en verhuizen naar dit gebied. Het was natuurlijk de vraag of er wel huizen waren dus uiteindelijk hebben maar 16 mensen ervoor gekozen om dit te doen. Op dit moment wonen er ongeveer 1100 mensen in dit dorp, dagelijks komen er meer toeristen als er inwoners zijn. We hebben een stuk door het dorp gelopen en hebben de ruïne gezien van een oude plantage waar ook de slavenverblijven nog zichtbaar waren. Hier vlogen ook veel gieren rond, deze zien we al vanaf het begin van de vakantie, maar tot nu toe was het me niet gelukt om ze op de foto te krijgen. Ook hier eentje vliegend te pakken gekregen, maar het is even de vraag hoe goed de foto is.

Na de wandeling hebben we koffie gedronken bij Maria’s koffiehuis, een van de bekendste koffiehuizen van deze streek en misschien wel heel Cuba. Ik heb het natuurlijk bij thee gehouden, want koffie is echt zo vies.

De lunch was vandaag ook inbegrepen dus op naar een restaurant in de omgeving van Las Terrazas. We kregen weer het gebruikelijke, rijst, kip, rund en salade, maar het smaakte goed. In ieder geval beter als de broodjes ham/kaas waarvan de kaas niet te eten is. Ook hier vlogen weer gieren rond en ik laat met m’n stomme kop m’n camera in de bus liggen. Natuurlijk gingen er hier 2 in een boom zitten.

Het laatste gedeelte van de dag was de rit naar Vinales, tabak land. Een kleine 2 uur rijden waarvan een groot gedeelte over de snelweg. Wat je hier op de snelwegen mee maakt is echt ongelooflijk. Ik zal aan het einde van de reis eens een lijstje maken van wat we hier allemaal hebben mee gemaakt en wat hier als heel normaal wordt beschouwd, maar thuis niet zo snel zou gebeuren.

In Vinales zijn we eerst naar het uitzichtpunt gegaan waarvandaan je over de hele vallei kan kijken. Ik pik hier gelijk m’n 2e cache op. De ondergrond bestaat uit kalksteen en er is hier een heel groot grottenstelsel. De langste grot is 45 km. We rijden door het dorp naar ons hotel en we zitten weer in bungalows. Ik heb dit keer een zeer ruime blokhut. Het ruikt een beetje muf, maar een tijdje de deur open zetten doet wonderen. Douchen zit er helaas niet in zonder te bevriezen, er is geen warm water. Anderen geven aan dat ze geen koud water hebben, er is altijd wat met het water hier.

Vanavond gaan we met een groep eten in het dorp. Aangezien we er 8 km vandaan zitten regelt Dayana 2 taxi’s voor ons die ons naar het centrum brengen en ons ook weer ophalen. Het zijn 2 oude Amerikaanse auto’s, een Olds mobile en een Plymouth. Over de kwaliteit zal ik het verder niet hebben, maar het woord rammelbak komt niet in de buurt. We eten heerlijk bij een, voor Cubaanse begrippen, zeer luxe en modern ingericht restaurant en het kost weer bijna niets. We liggen in een deuk om onze ober, iemand die openlijk gay is en dat wordt hier bijna niet geaccepteerd. Als we klaar zijn met eten lopen we nog een rondje over de hoofdstraat, maar echt heel veel is er niet te beleven. De enige plekken waar het echt druk is is op het centrale plein waar internet beschikbaar is en bij een soort bar die door moet gaan voor Trova House. Stipt 10 uur staan de taxi’s op het afgesproken punt en worden we met een noodgang terug gebracht naar het hotel. We drinken nog iets in de bar en gaan terug naar onze bungalows. Morgen hebben we een excursie over een aantal tabaksplantages en kunnen we 1 van de kalksteen grotten in.

Ongeveer de hele groep is ziek, last van diarree en overgeven. Gelukkig heb ik zelf weinig last, maar er zijn mensen die vandaag de hele dag op bed hebben gelegen. Waar het van komt weten we niet aangezien we gisterenavond allemaal andere dingen hebben gedaan en we het niet terug kunnen herleiden naar 1 specifiek iets. De medicijnkasten worden dus open getrokken en iedereen helpt elkaar.

Vanmorgen zijn we met een groepje van 10 vertrokken naar het centrum van de stad om vanuit daar een wandeling over tabaksplantages te maken. De gids heeft iets met zijn schoonmoeder, in de 3 uur dat de wandeling duurde is ze geloof ik 3x vermoord, 1x omgekomen door een orkaan en 1x uit het raam gevallen. Hij vertelde nog net niet dat ze tot 10 jaar cel is veroordeeld voor het slachten van een koe.

Tijdens de wandeling zijn we dwars over akkers en weilanden gelopen en zijn bij verschillende families langs geweest om te kijken hoe ze daar leven, maar vooral hoe de tabak wordt verbouwd. De planten staan net 2 maanden dus er is nog niet veel te zien. De oogst is tussen maart/april en dan drogen de bladeren tot juni. Zodra het regenseizoen begint worden de bladeren verpakt in pakketten van ongeveer 50 kilo om verder te fermenteren. We zij zijn een schuur geweest waar de bladeren worden opgehangen om te drogen en zijn bij een boer thuis geweest die voor onze neus een sigaar draaide. Uiteraard moest deze worden aangestoken, maar het was nog vroeg op de dag dus er was weinig trek.

Omdat de sigaren exportproduct nr. 1 zijn moeten de boeren 90% van hun oogst afstaan aan de regering. Ze krijgen 40 CUC per baal tabak, een schijntje als je ziet hoeveel tijd en werk er in gaat zitten. De overige 10% mogen ze zelf houden voor eigen gebruik, maar het meeste verdwijnt allemaal naar de zwarte markt of verkopen ze zelf op de markt. Verder zien we onderweg heel veel verschillende soorten fruit (limoen, avocado, sinaasappel, enz.), koffie, zwarte bonen en yucca wortels. Een van de boeren is bezig met het oogsten van zwarte bonen, deze zijn volledig voor eigen gebruik en worden niet door de regering opgeëist. Ze oogsten nu hun voorraad voor het komende jaar en wat ze over hebben wordt verkocht op de (zwarte) markt. Bij een andere boer reed net een tractor het land op en de gids legde uit dat deze de boer komt helpen met het pellen van de zwarte bonen en dat hij wordt betaald in zwarte bonen. Een gedeelte van de oogst neemt hij dus mee als salaris. Hij komt bij veel boeren en heeft dus veel zwarte bonen. Hij houdt wat hij het komende jaar nodig heeft en verkoopt de rest op de markt. Op deze manier wordt er handel gedreven op Cuba.

Na de wandeling lunchen we in het centrum, internetten nog even op het centrale plein en gaan met de bus terug naar het hotel. Onderweg stoppen we nog even bij een kalksteen grot en de mensen die dat willen kunnen door de grot lopen en met een bootje een ondergronds riviertje oversteken. De helft stapt uit en gaat de grot in, de andere helft gaat naar het hotel. Zelf ga ik ook naar het hotel, even een paar uurtjes rust voor we vanavond weer op pad gaan.

Om 5 uur verzamelt het grootste gedeelte van de groep zich om naar de zonsondergang te gaan kijken en vervolgens op een ecologische boerderij te gaan eten. De boerderij ligt ongeveer 8 km buiten Vinales en ze verbouwen er allerlei verschillende soorten groenten en kruiden, veel wat niet standaard is in Cuba. Zo staat er sla, aubergine, munt en pepermunt, oregano, peterselie, wortels, enz. De zonsondergang is rond 6 uur, maar niet zo mooi als bij het fort in Sierra Maestra.

Als de zon onder is zoeken we onze tafel op en komt er toch een partij eten op tafel. We beginnen met een groentesoep, daarna volgt er vis, kip, rund, varken en kalkoen en verschillende groenteschotels. Het is zoveel dat er echt heel veel over blijft. Rond een uur of 8 zijn we terug in het hotel en gaan we nog naar de bar om iets te drinken.

De laatste lange rit al weer. De afgelopen 2,5 week zijn voorbij gevlogen en aan de ene kant willen we allemaal wel weer graag naar huis, aan de andere kant zouden we nog wel 2 weken eraan vast willen knopen. Vandaag hebben we op verzoek van Dayana een gast in de bus, de man van een van de medewerkers van het hotel in Vinales moet naar Havana en wij moeten toestemming geven of de man mee mag. We hebben ruimte genoeg dus het is geen probleem. Vlak voor Havana droppen we de man onder een brug midden op de snelweg.

In Havana rijden we naar het oude centrum en krijgen we een stadstour. We bezoeken de 4 grote pleinen en Dayana geeft ons allerlei tips om de komende 2 dagen te doen. Het eerste waar we tegenaan lopen zijn de oude dames met de gigantische sigaren. Ze zijn totaal niet Cubaans gekleed en willen voor iedere foto die er wordt genomen geld zien. Voor zover ik heb kunnen zien heeft niemand uit de groep dit gedaan, na 2,5 week Cuba is er een hoop waar je dwars doorheen kijkt. We lunchen op het dakterras van het Ambor Dunbar hotel, waar Ernest Hemmingway ook ooit heeft geslapen. De kamer waar hij heeft geslapen is ingericht als museum en als je naar binnen wilt moet je even 2 CUC op tafel leggen. Die hotelkamer is niet groot dus we laten het lekker aan ons voorbij gaan. Het verblijf van Hemmingway wordt hier sowieso uit gebuid, bij het hotel zijn de prijzen hoger, bij de bar waar hij ooit eens iets heeft gedronken zijn  de prijzen hoger, enz.

Na de lunch bezoeken we de laatste 3 pleinen en rond 4 uur gaan we naar het hotel. Oorspronkelijk zaten we weer on het Comodoro, maar er is iets veranderd en nu zitten we in de Copa Cabana. Zelfde wijk, alleen een stukje verder. Ik heb een kamer met balkon en zeezicht, maar daar is ook alles mee gezegd.

Vanavond gaan we met bijna de hele groep Italiaans eten, we snakken naar pasta na 2,5 week alleen maar rijst en vlees. Morgen kunnen we weer een excursie door de stad doen en wil ik even kijken of ik de voorraad zeepjes, shampoo en badschuim die ik heb verzameld kwijt kan. Er lopen genoeg straatarme ouderen rond dus dat moet geen probleem zijn. ’s Avonds hebben we met de hele groep een afscheidsdiner. We zijn al het een en ander aan het regelen voor Dayana en Jorge en aangezien Jorge vanaf vrijdag een nieuwe groep heeft en ons waarschijnlijk niet naar het vliegveld kan brengen willen we het morgenavond doen. Hij gaat overigens wel proberen of het hem toch lukt, want hij vindt het leuk om de groep weg te brengen. We hebben het hem de afgelopen 2 weken niet heel moeilijk gemaakt en geprobeerd om hem zo veel mogelijk bij alles te betrekken. Hij heeft behoorlijk wat schade gereden en dat moet hij uit eigen zak laten herstellen (is vanmiddag zelfs al gedeeltelijk geregeld).

Het eten gisteravond was 1 groot drama. De bediening was dramatisch slecht, verkeerde gerechten werden geleverd, gerechten gingen terug naar de keuken en het personeel liep onderling te ruziën. Dayana heeft uiteindelijk niet gegeten omdat ze alles voor ons goed geregeld wilde hebben, maar daar kan zij ook niets aan doen. Dat vergeten we dus maar heel snel.

Vanmorgen zijn we om half 10 vertrokken voor een excursie door de stad. Als eerste zijn we naar het hibiscus park gegaan, een park waar hibiscussen van ongeveer 80 jaar oud staat. Ze hebben wel wat weg van de banya trees in Hawaii met de wortels die vanaf de takken naar beneden komen. Hier zitten ook een aantal ambassades waaronder die van België.

Daarna zijn we door gereden naar de grootste begraafplaats van Havanna, 64 hectare, waar we een korte rondleiding hebben gekregen van een gids. Hier liggen onder andere de ouders van Jose Marti begraven. Ook hier weer allemaal familiegraven, de een nog groter en mooier als de ander. Langs de weg die dwars door het kerkhof loopt staan alle grote graven, waaronder die voor brandweermannen. Hier staat het hoogste beeld op van de begraafplaats, zo’n 60 meter. De meeste graven die langs de weg staan zijn zijn nu van de staat en worden ook door de staat onderhouden. Over 2 jaar bestaat Havana 500 jaar en dan moet alles tip top in orde zijn dus er zijn nu heel veel renovaties aan de gang.

Als je in Havana bent moet je ook naar het plein van de revolutie (dit plein is overigens in bijna iedere grote stad te vinden). Hier staan een groot aantal staatsgebouwen omheen van bv de politie en het leger. Fidel heeft hier ooit een toespraak gehouden voor een hele grote menigte. Afgelopen januari is er nog een vredesconcert geweest waar 800.000 mensen op af zijn gekomen.

Volgende stop is Hotel Nacional. Een van de grootste en duurste hotels van Havana. Dit hotel promoot zichzelf door dat er veel grote sterren een (foute) staatslieden hebben geslapen, maar is ook een grote schakel geweest van de Amerikaanse maffia. In de historyroom kan je zien wie er allemaal hebben geslapen. Van Fred Astaire tot Paris Hilton, Hugo Chavez en de Syrische president Assad. Op de muren en het plafond zie je de sterren terug vanaf de jaren 20 tot nu. Echt heel fout, zo fout dat ik ben vergeten om foto’s te maken.

Na een korte stop bij het hotel om ook iets te drinken zijn we door gereden naar Callejon de Hamel. Een heel klein straatje dat onder invloed van Afrikaanse godsdiensten staat. Er woont hier een kunstenaar, Salvador, die de hele straat heeft aangekleed met zijn kunst. Hij schildert, dus op veel van de gebouwen staat zijn schilderijen, maar hij maakt ook kunst met badkuipen, fietsen, oud ijzer, je kunt het zo gek niet bedenken of hij kan het gebruiken. De straat is dan ook heel kleurrijk.

Net als in Rio de Janeiro staat hier een beeld van Christus. Gisteren hebben we het al van ver gezien, vandaag zijn we er naar toe gereden. Het is maar heel klein in vergeleken met Rio, maar hij kijkt en waak over de hele stad. Het beeld staat naast het Morro fort en daar hebben we ook nog even rondgelopen. Op zich stelt die niet zo heel veel voor, het is een grasvlakte dat tegen het fort aan ligt, waar een hoop kanonnen zijn verzamelt die vroeger de linies moesten verdedigen.

De rest van de middag hebben we met het grootste gedeelte van de groep door gebracht bij het zwembad. De meesten voelen zich nog niet helemaal in orde en vanmiddag hebben we het lekker rustig aan gedaan. We hebben de fooien en berichtjes voor Dayana en Jorge geregeld zodat we dit vanavond bij het laatste groepsdiner aan ze kunnen geven. We gaan eten in de buurt van het Morro fort en hopelijk is alles beter als gisteren.

Morgen hebben we nog een vrije dag te besteden in Havana. Wat we gaan doen weten we nog niet, maar we verdelen ons in ieder geval op in groepjes en gaan lekker onze eigen weg.

Zo’n hele dag voor jezelf na zo’n druk programma is toch wel lekker. Gewoon je eigen ding doen i n je eigen tempo. Als groep hadden we vanmorgen om half 10 afgesproken om weer naar het centrum van de stad te gaan en daar de dag door te brengen. Uiteindelijk zijn we in 2 groepen weg gegaan, een gedeelte is met taxi’s gegaan en ik met nog een paar anderen heb heel toeristisch de Cubaanse variant van de hop on, hop off bus genomen. Deze stop toch waar je wilt op de route van de bus dus makkelijker kan bijna niet.

Eerst zijn we terug gegaan naar het plein met de kathedraal en hebben deze keer wat langer in de kathedraal door gebracht. Er zijn zeer mooie fresco’s, maar deze mogen niet worden gefotografeerd. Onderweg naar de souvenirs markt kwamen we een leuke tent tegen waar ook muziek werd gespeeld en hebben we wat gedronken. Daarna met de bus naar de markt, maar hier ben ik bijna net zo hard de deur weer uit gerend. Het zijn allemaal porto cabins van 1,5 x 1,5 meter en het gangpad is ook hoogstens 1,5 meter breed. Daar zitten dan ook nog eens alle verkopers in en natuurlijk willen ze je allemaal in hun winkeltje hebben. De souvenirs zijn ook in het hele land hetzelfde dus die hebben we na bijna 3 weken wel gezien. Vanaf hier ben ik met een medereiziger verder gegaan. Als eerste naar camera obscura waar je met een periscoop de hele stad op een scherm kan zien. Vanaf het dak heb je ook een redelijk mooi uitzicht over Havana.

Daarna door gelopen naar het Capitool, dat volledig in de steigers staat omdat het wordt gerenoveerd. Daar zijn ze al 8 jaar mee bezig, maar nu krijgen ze haast want over 2 jaar bestaat Havana 500 jaar en dat wordt groots gevierd. Vanaf het Capitool zijn we richting het museum van de revolutie gelopen. Onderweg nog geprobeerd om een cache te loggen, maar ondanks dat ik precies weet waar hij moet liggen is het niet mogelijk om de cache te pakken te krijgen omdat er 2 muggles precies naast staan. We willen het museum van de revolutie wel bezoeken maar het blijkt dat je je tas af moet geven. We hebben hier allebei te veel waardevolle spullen in zitten en kiezen ervoor om het museum niet te bezoeken. Wel jammer want hier ligt onder andere de boot waarmee Fidel en Che Guevara samen met 80 anderen vanuit Mexico naar Cuba is gevaren.

Laatste stop is Plaza des Armas, hier staat een koloniaal huis dat je ook kan bezoeken. Dit boeit mij totaal niet dus ik wacht op het plaza en kijk daar wat rond. We zijn hier woensdag met de stadstour ook al geweest dus geen nieuwe dingen voor mij maar wel lekker genieten van het zonnetje.

Om 4 uur besluiten we de bus terug te nemen naar het hotel. We lopen naar de route maar een bus komt er niet aan. Wel naar de andere kant, maar die willen we niet nemen omdat we de rest van de route willen zien. Aan onze kant komt er maar geen bus terwijl deze volgens de dienstregeling om de 20 minuten zou moeten rijden. Ik zie aan de andere kant een bas aan komen en we steken snel de drukke weg over. Niet heel veel verder stappen er nog 2 medereizigers in en met z’n vieren rijden we voor de laatste keer door Havana. De heenreis duurde ongeveer 20 minuten, de terugreis ruim een uur en dat had niets met file te maken. Bij het hotel spreken we af om vanavond eens een echte pizza te gaan eten en sluiten er nog 2 mensen aan. We lopen naar de Italiaan en hebben een paar heerlijke verse, in een houtoven gebakken, met knapperige korst, pizza’s gegeten. Terug in het hotel is de rest van de groep inmiddels ook terug en kletsen we nog even wat na over vandaag onder het genot van een drankje.

Morgen is het al weer tijd om naar huis te gaan. De bus naar het vliegveld vertrekt om 1 uur van het hotel en ik mag lekker als illegaal meerijden. Eerst ga ik morgenochtend nog een stuk in de wijk hier lopen, er liggen zelfs nog een paar caches die ik zou willen loggen. Eens kijken of het nu wel gaat lukken.