De rotte nacht is me gelukkig niet opgebroken vandaag. Om 8 uur ben ik gaan ontbijten en heb ik m’n reisgenoten en reisleider leren kennen. Leuke groep mensen, dat komt wel goed de komende tijd. Om 9 uur zijn we vertrokken richting Santa Clara, de stad van Che Guevara. Het is zo’n 3,5 uur rijden en ik kom al snel tot de conclusie dat niet alleen de taxichauffeur van gisteren maar al het verkeer rijdt zoals hierboven beschreven. Sterker nog de meest rechter baan op een 3-baansweg wordt door langzaam verkeer gebruikt. Dat zijn geen vrachtwagens, maar paard en wagen, fietsers, wandelaars en lifters.
Eenmaal aangekomen in Santa Clara bezoeken we eerst het centrale plein. We krijgen van Dayana (de reisleidster) uitleg over wat er zich hier heeft afgespeeld, gaan lunchen en krijgen ruim de tijd om lekker door de stad te lopen. Als eerste regelen we een internetkaart. Hier heeft niemand een huisaansluiting met supersnel internet zoals we thuis gewend zijn. Je koopt hier gebruikerstijd. Er zijn kaarten voor 1, 2 en 5 uur en deze kosten 1, 2 of 5 CUC (1 CUC = ongeveer 1 euro). In het hele land is er op centrale plekken, zoals pleinen en parken, wifi beschikbaar. Daar kan je met deze kaart, waar een gebruikersnaam en wachtwoord op staat , inloggen. Ook in de hotels is er een hotspot beschikbaar, dus ik ga vanavond maar eens kijken of het uploaden van deze verslagen wil lukken. Voorlopig schrijf ik alles in word en zoek de foto’s alvast uit zodat alles straks in 1x kan worden geüpload.
Terug naar Santa Clara. We beperken ons tot het centrale plein en enkele zijstraten waaronder andere een marktje staat. Aan dit plein staat ook Santa Clara hotel dat tijdens de gevechten voor de revolutie in 1959 flink is beschoten. De kogelgaten zitten nog in de muren, hier verven ze gewoon overheen en maken ze niet dicht. Om 4 uur verzamelen we weer en gaan we naar het trein museum. Che kreeg in 1959 de opdracht er voor te zorgen dat de troepen van President Batista het oosten van het land niet konden bereiken. Alles werd per trein vervoerd dus Che sloopte met een Caterpillar bulldozer het spoor. De trein met 22 wagons en een kleine 400 soldaten ontspoorde. Na 24 uur was Che er in geslaagd om met 18 strijders alle 400 soldaten om te brengen met behulp van onder andere molotov cocktails. Je kan de wagons in, maar ik beperk me tot de buitenkant en ga het terrein verder niet op.
Na dit museum (eigenlijk is het gewoon een veld langs het spoor waar ze de wagons en bulldozer hebben opgesteld) rijden we verder naar het Che memorial en museum. Het museum is in 1988 gebouwd en bovenop staat een groot standbeeld van Che. Binnen kan je zijn hele levensloop bekijken aan de hand van foto’s, brieven en andere voorwerpen die hij is zijn strijden heeft gebruikt. In 1967 is Che gesneuveld in Columbia en hebben ze hem begraven in een onbekend graf. Het heeft tot 1997 geduurd voordat ze hem hebben gevonden en aan de hand van DNA is vast gesteld dat het inderdaad om zijn overblijfselen gaat. Ze hebben het museum uitgebreid en een mausoleum toegevoegd waar Che en 37 van zijn strijders liggen. In het museum en memorial mag je geen foto’s maken, maar buiten natuurlijk wel.
Na dit alles was het tijd om door te rijden naar het hotel, alweer resort achtig met bungalows. Ik heb weer een mooie kamer met deze keer 3 bedden (het worden er steeds meer) en een werkende airco zonder piepjes. Hopelijk slaap ik vannacht zonder problemen en ik denk niet dat het een probleem zal worden. We gaan zo met de groep eten, vanavond zit inbegrepen, en er schijnt een modeshow te bij het zwembad te zijn en waarschijnlijk komt er een band spelen. Ik zie wel of ik het volhoud.
Foto’s moeten helaas even wachten. Het is behoorlijk hectisch en ik sta nu in de lobby van het hotel met m’n laptop op een bloempot. Niet erg handig allemaal dus. Zodra de foto’s zijn toegevoegd laat ik dit weten, maar hou er rekening mee dat misschien pas is als ik thuis ben.