De koudste dag van onze vakantie was de treinreis van Durango naar Silverton, de heetste dag van onze vakantie was zeer waarschijnlijk vandaag.
We zijn vanmorgen om 9:30 uit Las Vegas vertrokken – we weten niet of we vanavond het lokale Las Vegas nieuws wel hebben gehaald – op weg naar Death Valley. Onderweg zijn we eerst gestopt bij Red Rock State Park, een park dat veel weg heeft van Valley of Fire, maar minder verrassend is. Nadat we de scenic drive hadden gereden hebben we onze weg vervolgd richting Death Valley. Na voor de zekerheid de tank nog maar eens te hebben volgegooid zijn we door gereden naar 1 van de heetste plaatsen op deze aardbol. Voor Death Valley zijn we in het laatste dorpje gestopt om voor de laatste keer snel de e-mail te controleren en naar de wc te gaan. Bij het lokale tankstation was de benzine $1 per gallon duurder dan bij de pomp waar wij hadden getankt. Je kon goed zien dat ze er flink van profiteren dat de volgende pomp pas 125 km verderop is, midden in Death Valley.
We zijn rustig Death Valley in gereden en hebben de buiten temperatuur en de temperatuur van de auto goed in de gaten gehouden. De auto heeft het goed uitgehouden, de temperatuur bleef netjes in het midden hangen. De buitentemperatuur liep snel op naar de boven de 100° F en bleef lang rond de 105°F schommelen. Onderweg zijn we verschillende zoutvlaktes tegengekomen die je vaak al van ver kan zien. De eerste stop was Badwater waar je de zoutmeren vrij ver op kan lopen. Vanwege de temperatuur zijn we het meer wel op gelopen maar zijn we niet al te ver weg gegaan. We hebben onze weg vervolgd naar Devils Golf Course, wat een punt midden in een zoutmeer is en te bereiken was via een dirt road. Vanuit dit punt kan je weer het meer op lopen, maar dat is vanaf deze locatie vrij gevaarlijk omdat het zout scherp kan zijn en een foute beweging of stap lelijke wonden op kan leveren.
Voordat we het visitors center bereikten hebben we de Artist Drive gereden. Dit is een weg die door de bergen heen loopt. Het bizarre aan deze rotsen is dat het vanaf een afstand lijkt alsof je naar een 2-D schilderij kijkt. Door de verschillende kleuren lijkt het net dat er geen diepte in de bergwand zit, maar alsof het een doek is waar de bergwand op is geschilderd. Hele rare gewaarwording en ook bijna niet te omschrijven.
Bij het visitors center hebben we eindelijk een plattegrondje gehaald, we hadden wel al wat kaartjes van internet uitgeprint, maar het is altijd leuk om de kaartjes van het park te hebben. Hiervandaan zijn we naar Zabriskie Point gereden waar we een mooi uitzicht hadden over Death Valley. Eigenlijk wilden we doorrijden tot aan Dante’s View, maar het was al laat en we hadden honger. Ons plan was om bij de Furnace Creek Inn ratelslang te gaan eten, maar helaas de Inn is deze zomer gesloten dus dat zat er niet in. We hebben bij de Furnace Creek Ranch een lekkere salade gegeten en zijn verder gereden naar Stovepipe Wells waar we onze kamer hadden geboekt. Op het moment van wegrijden bij de ranch hebben we de hoogste temperatuur van de dag gemeten, 111° F, wat neer komt op zo’n 44 C. Dit is een temperatuur die we deze vakantie waarschijnlijk niet meer zullen halen. Op dit moment is het 20:30 en het begint eindelijk af te koelen, maar afkoelen in Death Valley wil niet zeggen dat het ook koel wordt. Het zal waarschijnlijk zo rond de 90° F (35 graden) blijven, gelukkig hebben we een zeer lawaaiige airco op de kamer.
Gereden miles: 231 (370 km)
Tanken: 7,29 gallon voor $ 23,69
Red Rock State Park: $ 0, nationale park pas
Death Valley: $ 0, nationale park pas