Het eten gisteravond was 1 groot drama. De bediening was dramatisch slecht, verkeerde gerechten werden geleverd, gerechten gingen terug naar de keuken en het personeel liep onderling te ruziën. Dayana heeft uiteindelijk niet gegeten omdat ze alles voor ons goed geregeld wilde hebben, maar daar kan zij ook niets aan doen. Dat vergeten we dus maar heel snel.
Vanmorgen zijn we om half 10 vertrokken voor een excursie door de stad. Als eerste zijn we naar het hibiscus park gegaan, een park waar hibiscussen van ongeveer 80 jaar oud staat. Ze hebben wel wat weg van de banya trees in Hawaii met de wortels die vanaf de takken naar beneden komen. Hier zitten ook een aantal ambassades waaronder die van België.
Daarna zijn we door gereden naar de grootste begraafplaats van Havanna, 64 hectare, waar we een korte rondleiding hebben gekregen van een gids. Hier liggen onder andere de ouders van Jose Marti begraven. Ook hier weer allemaal familiegraven, de een nog groter en mooier als de ander. Langs de weg die dwars door het kerkhof loopt staan alle grote graven, waaronder die voor brandweermannen. Hier staat het hoogste beeld op van de begraafplaats, zo’n 60 meter. De meeste graven die langs de weg staan zijn zijn nu van de staat en worden ook door de staat onderhouden. Over 2 jaar bestaat Havana 500 jaar en dan moet alles tip top in orde zijn dus er zijn nu heel veel renovaties aan de gang.
Als je in Havana bent moet je ook naar het plein van de revolutie (dit plein is overigens in bijna iedere grote stad te vinden). Hier staan een groot aantal staatsgebouwen omheen van bv de politie en het leger. Fidel heeft hier ooit een toespraak gehouden voor een hele grote menigte. Afgelopen januari is er nog een vredesconcert geweest waar 800.000 mensen op af zijn gekomen.
Volgende stop is Hotel Nacional. Een van de grootste en duurste hotels van Havana. Dit hotel promoot zichzelf door dat er veel grote sterren een (foute) staatslieden hebben geslapen, maar is ook een grote schakel geweest van de Amerikaanse maffia. In de historyroom kan je zien wie er allemaal hebben geslapen. Van Fred Astaire tot Paris Hilton, Hugo Chavez en de Syrische president Assad. Op de muren en het plafond zie je de sterren terug vanaf de jaren 20 tot nu. Echt heel fout, zo fout dat ik ben vergeten om foto’s te maken.
Na een korte stop bij het hotel om ook iets te drinken zijn we door gereden naar Callejon de Hamel. Een heel klein straatje dat onder invloed van Afrikaanse godsdiensten staat. Er woont hier een kunstenaar, Salvador, die de hele straat heeft aangekleed met zijn kunst. Hij schildert, dus op veel van de gebouwen staat zijn schilderijen, maar hij maakt ook kunst met badkuipen, fietsen, oud ijzer, je kunt het zo gek niet bedenken of hij kan het gebruiken. De straat is dan ook heel kleurrijk.
Net als in Rio de Janeiro staat hier een beeld van Christus. Gisteren hebben we het al van ver gezien, vandaag zijn we er naar toe gereden. Het is maar heel klein in vergeleken met Rio, maar hij kijkt en waak over de hele stad. Het beeld staat naast het Morro fort en daar hebben we ook nog even rondgelopen. Op zich stelt die niet zo heel veel voor, het is een grasvlakte dat tegen het fort aan ligt, waar een hoop kanonnen zijn verzamelt die vroeger de linies moesten verdedigen.
De rest van de middag hebben we met het grootste gedeelte van de groep door gebracht bij het zwembad. De meesten voelen zich nog niet helemaal in orde en vanmiddag hebben we het lekker rustig aan gedaan. We hebben de fooien en berichtjes voor Dayana en Jorge geregeld zodat we dit vanavond bij het laatste groepsdiner aan ze kunnen geven. We gaan eten in de buurt van het Morro fort en hopelijk is alles beter als gisteren.
Morgen hebben we nog een vrije dag te besteden in Havana. Wat we gaan doen weten we nog niet, maar we verdelen ons in ieder geval op in groepjes en gaan lekker onze eigen weg.