Vanmorgen zijn we om half 9 vertrokken. Eerst een stadstour door Holguín waarbij we de 3 grote parken (pleinen) hebben bezocht. Holguín staat bekend als de stad met de meeste parken. Helaas worden er steeds meer afgebroken, maar er komt ook niet echt iets voor terug. Het eerste plein, Parque Peralta, is vernoemd naar Generaal Julio Grave de Peralta (1834 – 1872). Op dit plein vind je een standbeeld van de generaal een klein gebouwtje waar ze regelmatig grote boxen opzetten en waar dan de salsa gedanst kan worden. Vanmorgen hadden we geluk. Er was een groep kinderen die op het plein op zou treden en ze liepen her en der verspreid. Haal je camera tevoorschijn en vraag of ze willen poseren, binnen de kortste keren ga je van 5 naar 10 kinderen. Ze komen hard aan gerend en willen maar wat graag poseren.
Daarna door naar het 3e plein, Parque Cespedes. Op dit plein vind je de Iglesia de San Jose kerk, een kleine katholieke kerk. Rondom dit plein is heel veel activiteit te vinden van motoren en fietsen, beide met zijspan.
Omdat we bij het 2e plein opgehaald zouden worden hebben we deze even over geslagen, maar lopen na het 3e plein naar dit plein terug. Helaas wordt dit plein, Parque Calixto Garcia, helemaal gerenoveerd en is het niet toegankelijk. We vinden een trap naar een dak waarvandaan we wel het hele plein over kunnen kijken, maar daar houdt het ook een beetje op. We wachten met de hele groep in een klein koffiebarretje totdat de bus vertrekt naar Baracoa.
Om 10 uur verzamelen we bij de bus en horen we van de reisleider dat we toch nog even geduld moeten hebben. Een van m’n reisgenoten is zijn koffer kwijt. Deze blijkt bij hun aankomst in Havana nooit uit het vliegtuig te zijn gehaald en is terug gevlogen naar Amsterdam. Daar hebben ze hem weer op de volgende vlucht terug gezet naar Havana. Aangekomen in Havana zou hij eerst met de avondvlucht van gisteren naar Holguín worden gevlogen, maar de binnenlandse vluchten hier zijn heel onbetrouwbaar en uiteraard ging deze vlucht niet. Hij is uiteindelijk vanmorgen naar Holguín gevlogen en de reisleider en reisgenoot waren al vroeg op het vliegveld om hem op te halen. Dat verliep natuurlijk op zijn Cubaans. De bus en chauffeur zijn bij ons gebleven in de stad terwijl de reisleider en reisgenoot een taxi naar het vliegveld hebben genomen. Om half 11 zijn we de stad uit gereden en bij een monument voor Che Guevara hebben we op ze gewacht. In plaats van 10 uur de stad uitrijden werd het half 12.
De provincie Baracoa is eind vorig jaar getroffen door een F4 orkaan waarbij een groot gedeelte van de provincie helemaal is plat gelegd. Ook vandaag was het de vraag of we de stad Baracoa via de korte route of via de lange route konden bereiken. De belangrijkste brug is door de orkaan namelijk weg gevraagd. Ze hebben nu een nood brug neer gelegd, maar deze ligt in de rivier en bij hoog water kan je deze dus niet over. Dit wist ik al toen ik ging boeken, toen was het zelfs nog de vraag of Baracoa nog in het programma zou blijven. Gelukkig zijn de weergoden ons goed gezind en konden we via de korte route en dus via de noodbrug de stad bereiken. Wat ze er alleen niet hadden bij verteld is dat je vanaf Moa over een zeer slecht wegdek nog zo’n 75 km naar Baracoa moet rijden. En met slecht wegdek bedoel ik ook echt slecht wegdek. Overal gaten en scheuren, hele stukken wegdek weg geslagen, gaten tussen bruggen en wegdek en uiteindelijk helemaal geen wegdek meer maar alleen nog een zand/steenweg. Het stuk over het asfalt was echt dramatisch slecht, overal gaten waar de bus chauffeur zeer behendig tussen door reed. Het stuk over de zand/steenweg was beter, hier ook wel gaten en kuilen, maar veel beter begaanbaar. Onderweg ook heel veel schade gezien van de orkaan. Overal lagen nog omgewaaide bomen en daken die nog niet zijn gerepareerd.
De reisleider vertelde dat iedereen uit de provincie is geëvacueerd naar veilige gebouwen in de omgeving zoals scholen, ziekenhuizen en gebouwen van de overheid. Er zijn geen doden gevallen, maar de schade was enorm. De overheid heeft geld beschikbaar gesteld zodat mensen hun daken weer konden repareren en heeft wegen vrij gemaakt. De rest is voor de bevolking om op te lossen. De meeste huizen zijn dan ook al weer gerepareerd, alleen een enkeling vertoont nog wat problemen.
Rond 6 uur kwamen we aan bij het hotel en hebben we eerst een kort rondje door de stad gereden zodat we ook hier de schade konden zien. Volgens oog getuigen zouden de huizen aan zee tot zeker de 3e verdieping in de golven hebben gestaan, balkons zijn compleet weggevaagd. Ook zijn complete gebouwen niet meer bewoonbaar. De regering is bezig om voor de mensen waarvan hun huis onbewoonbaar is geworden nieuwe huizen neer te zetten. Hoewel dit snel lijkt te gaan is er toch nog altijd een geld probleem. Cuba is arm en het is een eiland, waardoor het aanschaffen van goederen lastig is, maar de regering doet er alles aan om de huizen zo snel mogelijk klaar te hebben.
Vandaag zit ons hotel in een oud fort dat uit kijkt over de baai en bergen rondom Baracoa. Ik heb zelf een kamer met zeezicht (mij hoor je niet klagen) en anderen hebben uitzicht op El Yunque, de tafelberg. Vanavond met bijna de hele groep gegeten in de stad en daarna lekker terug naar onze kamers. Die lange dagen in de bus zijn al niet leuk, maar ze breken je ook nog eens op. Morgen hebben we een volle dag in Baracoa (de langste rijdagen hebben we gehad) en kunnen we kiezen uit een aantal excursies. Deze volgen na de stadswandeling.